Onderzoek als onderscheidende factor

Een van de onderscheidende factoren van Pavo is de hoeveelheid onderzoek die wij doen tijdens de ontwikkeling van nieuwe producten. “We onderzoeken of de producten ook daadwerkelijk doen waar wij ze voor bedacht hebben, maar ook of een paard het wel goed genoeg wil eten”, vertelt Rob Krabbenborg, productmanager bij Pavo. Pas als een product glansrijk voor beide testen slaagt, wordt het opgenomen in het assortiment.  

“Soms hebben we een heel mooi product bedacht, maar willen de paarden het echt niet eten. We weten dat er altijd een paar fijnproevers zijn, maar tijdens de testfase moet minimaal 95 procent van de paarden ons product probleemloos eten.”  

Pavo heeft de afgelopen jaren meerdere onderzoeken gedaan. Een van de doorlopende onderzoeken is de Ruwvoer QuickScan. “Al ruim zeven jaar lang verzamelen we gegevens van alle ruwvoermonsters die onderzocht worden. Dat zijn er jaarlijks zo’n 6000. Deze komen uit verschillende landen en zo kunnen we heel goed zien wat de algemene veranderingen zijn in het ruwvoer, maar ook of er bepaalde trends per land zijn. Zo zie je bijvoorbeeld dat de suikergehaltes stijgen en sommige mineralengehaltes, zoals bijvoorbeeld fosfor, en het eiwitgehalte dalen. Deze gegevens zijn voor ons enorm belangrijk. Op deze manier weten we wat paarden middels hun ruwvoer binnenkrijgen en kunnen wij daarop inspelen met het aanvullende voer dat we maken en de recepten die we hiervoor ontwikkelen.” 

Nieuwe spijsverteringsproducten 
Het meest recente en een van de grootste onderzoeken die Pavo gedaan heeft, is het onderzoek rond de nieuwe producten Pavo GastricEase en Pavo GutSecure, twee producten ter ondersteuning van het spijsverteringssysteem. Per product deden ruim 100 testers mee aan het onderzoek.  
Krabbenborg: “We deden een oproep dat we paarden zochten die vaak last hadden van diarree, een (vermoeden van) maagzweren of vaak koliekerig waren. We maakten een selectie van paarden van verschillende rassen, leeftijden en uit meerdere landen.” 
De testers kregen voorafgaand aan het onderzoek een handleiding toegestuurd voor het management rondom hun paard. “Hierin stonden dingen als hoe vaak de paarden gevoerd moesten worden, de portie grootte en nog een aantal zaken rondom het management.” In totaal liep de test 3 maanden. Gedurende deze periode kregen de paarden het testvoer en moesten de deelnemers meerdere keren een enquête invullen en foto’s en omschrijvingen opsturen van de conditie van hun paard en de mestkwaliteit.  

 “De resultaten waren voor beide producten echt heel goed. De paarden wilden het goed eten en er was echt een verbetering te zien in de klachten: betere mestkwaliteit, minder koliekverschijnselen, betere vacht, beter in conditie, minder stalgebreken als lucht zuigen en kribbebijten, de paarden waren minder nerveus en agressief, maar meer ontspannen. En dit zijn slechts een paar van de verbeteringen die we zagen. De test was geslaagd, beide producten konden we in productie nemen”, is Krabbenborg trots.  

Voeding en management 
Naast dit recente onderzoek deed Pavo door de jaren heel meerdere onderzoeken. Zo deden 110 paarden mee aan een test rondom het product Pavo InShape. Dit product, met bijbehorend programma, ondersteunt paarden tijdens het afvalproces. Ook hier was het niet alleen het product, maar was er ook een hele handleiding rondom het management en de beweging van het paard. Want een paard alleen maar iets anders in de voerbak gooien, lost lang niet altijd het probleem op. Daarvoor moet je ook kijken waar het probleem vandaan komt en of er in de basis iets aan gedaan kan worden.  

Grootste onderzoek ooit 
Het grootste onderzoek wat Pavo ooit gedaan heeft is het onderzoek rondom het Pavo Podo-concept. Dit onderzoek deed Pavo tussen 2009 en 2011 in samenwerking met de Gezondheidsdienst voor Dieren en de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. “In dit onderzoek bekeken we de invloed van de verschillende mineralen en sporenelementen, in de juiste verhoudingen op de botontwikkeling van de veulens. De samenstelling van Podo is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en daarna getest bij een aantal fokkerijen. Hieruit bleek dat door het voeren van Pavo Podo de botgezondheid van de veulens met ruim veertig procent verbeterde ten opzichte van veulens die geen Pavo Podo kregen.” 

Afvallers 
Naast de succesvolle testen, zijn er ook wel eens producten die de eindstreep niet halen en na de test niet in productie worden genomen. “We hadden een tijdje geleden een product dat de paarden echt niet wilden eten. Ook niet na een paar aanpassingen. Als we teveel moeten sleutelen aan het recept en we daarmee te ver af gaan van waar het oorspronkelijk voor bedoelt is, dan besluiten we soms om niet door te gaan met zo’n product.” 

“Een ander voorbeeld is de haaranalyse, een onderzoek in samenwerking met de GD. We waren benieuwd of je door middel van een haaranalyse kon achterhalen of paarden een gebrek hebben aan bepaalde spoorelementen (zoals koper, zink en selenium) en of je op basis van de resultaten van een haar analyse tot een goed voeradvies zou kunnen komen. De verwachting was dat de waardes in het haar aan de ene kant en in het bloed en in de lever van de paarden aan de andere kant overeen zouden komen, maar hier was geen enkel verband in te vinden. Dit houdt dus in dat een haaranalyse geen goede methode is voor een betrouwbare bepaling van de spoorelementenstatus bij paarden. Op basis van een haaranalyse een voeradvies geven, heeft dus geen enkele zin”, besluit Krabbenborg.  

Pavo stelt in al haar onderzoeken het welzijn van het paard voorop: van de smakelijkheid tot de werkzaamheid. Alleen als het hele plaatje klopt halen de producten de eindstreep en worden ze opgenomen in het assortiment.