Hoeveel energie jouw paard nodig heeft, hangt onder andere af van hoe intensief jullie trainen. Want: hoe meer er van een paard gevraagd wordt, hoe meer kracht en energie hij nodig heeft om het werk vol te houden. Met het Pavo Energy Level Plan vind je eenvoudig de juiste energiematch in voer. Kies uit energy level low, high of medium.
Johan Hamminga over veranderingen in paardenvoeding
Door de jaren heen is er nogal wat veranderd op het gebied van paardenvoeding. Helemaal als je naar de afgelopen 20 jaar kijkt, zijn de veranderingen groot. Johan Hamminga weet daar alles van. Hij geeft ons een kijkje in hoe het ‘vroeger’ ging en met welke wetenschap we tegenwoordig onze paarden voeren.
“De ontwikkeling van paardenvoer heeft niet stil gestaan, dat is ook logisch. We weten namelijk niet alleen meer, de manier waarop we onze paarden houden is ook heel anders”, steekt Hamminga van wal. Hij is een paardenman in hart en nieren en heeft de afgelopen jaren de nodige dingen zien veranderen. “De belangrijkste verandering is eigenlijk wel de manier hoe we onze paarden inzetten. Vroeger moesten de paarden hele dagen op het land werken. In het weekend mochten de kinderen er dan mee rijden en naar de club. Die paarden moesten echt hard werken. Tegenwoordig zijn er maar weinig paarden meer die zo hard werken. Ja, in de eventing zien we ze nog. Dat zijn ook paarden die echt aan de bak moeten in de training en helemaal tijdens wedstrijden. Er zijn alleen wel heel veel mensen die denken dat hun paard hard werkt, maar in werkelijkheid valt dat vaak wel mee.”
Gevolg hiervan is volgens Hamminga dat veel mensen hun paarden misschien wel overvoeren. Daardoor zijn er momenteel veel meer dikkere paarden te zien dan vroeger. “Dat komt het atletische vermogen van hun paard zeker niet ten goede. Ze geven hun paard veel teveel krachtvoer, te hoog in energie. En daarbij krijgt zo’n paard dan ook nog eens een handje van dit en een handje van dat. Het ene paard is te ‘gek’ en krijgt iets om rustiger te worden en de andere juist weer iets voor meer pit. .”
Ruwvoer als basis
Volgens Hamminga is het goed om eerst aan de basis te beginnen. “Begin met het voeren van goed ruwvoer aan je paard. Dat is de basis. Als het ruwvoer goed is, dan hebben de meeste paarden geen grote hoeveelheden krachtvoer nodig. Ik laat mijn ruwvoer wel altijd testen met de Ruwvoer Quickscan van Pavo, dan weet ik precies wat erin zit. Ook probeer ik altijd bij dezelfde leverancier te kopen, dan weet ik al iets beter wat ik krijg. Maar dan nog laat ik het altijd wel testen om zeker te zijn wat er in zit. Dan kan ik namelijk ook heel gericht aanvullen.”
Het is daarbij belangrijk om goed te kijken naar de energiebehoefte van je paard. Sommige paarden hebben aan alleen balancer met vitaminen en mineralen genoeg naast hun ruwvoer. Andere paarden die wat hoger in het werk staan, hebben meer energie- en eiwitrijk krachtvoer nodig.
“Wat nu trouwens op het gebied van ruwvoer ook veranderd is, is het moment van voeren. Vroeger begonnen we de dag met een schep brokken in de voerbak, nu weten we dat het beter is om te starten met ruwvoer. Ook geven we nu vaker op een dag kleinere porties, zodat de maag steeds gevuld is en de darmen aan de gang blijven.”
Zandkoliek
Hamminga geeft aan dat er naast het gebruiksdoel van de paarden, ook in het management veel dingen veranderd zijn. Sommige komen de paarden ten goede, maar er zijn ook veranderingen waardoor problemen kunnen ontstaan waar paarden vroeger amper last van hadden. “Neem bijvoorbeeld zandkoliek. Vroeger kwam dat eigenlijk helemaal niet voor. De paarden werkten overdag en stonden ’s nachts in een volle weide met genoeg gras. Tegenwoordig is dat niet meer aan de orde. De paarden staan veel op stal en in een weitje van als ze geluk hebben 20 bij 100 meter. Maar ze staan ook vaak in een zandpaddock. Dan zijn ze in de buitenlucht en hebben meer bewegingsruimte dan in de stal, maar als er een grassprietje te vinden is, dan krijgen de paarden ook veel zand erbij binnen. Dat gebeurt ook als ze in een wei staan met heel kort gras.”
Meer onderzoek
“Doordat er tegenwoordig meer onderzoek wordt gedaan, weten we ook gewoon veel meer. Neem bijvoorbeeld paarden met een maagzweer. Vroeger wisten we niet van het bestaan hiervan, nu weten we dat het ook bij paarden voorkomt en dan kun je er ook gericht wat mee doen. We weten veel meer over hoe het hele spijsvereringssysteem van het paard werkt.”
De gebitsconditie is ook een element waar volgens Hamminga vroeger maar weinig aandacht voor was. “De paarden gaan nu regelmatig naar de tandarts. We houden veel meer in de gaten hoe de gebitsconditie van onze paarden is.”
Hoger niveau
Een ding is in ieder geval veel beter geworden. “Dat is het niveau in de sport. Als je dat vergelijkt met vroeger dan is dat nogal een verschil. Dit is tevens een gevolg van dat we veel meer kennis hebben van zowel voeding als training. Wel is het zo dat qua omgang we vroeger meer paardenmensen hadden en nu veel meer mensen met paarden. Daar bedoel ik mee dat vroeger de mensen veel meer opgroeiden met een paard en in de basis al veel kennis meekregen over de omgang.”
Zelf maakt Hamminga het op stal niet heel spannend qua voerbeleid. “Ik voer mijn paarden al meer dan vijftig jaar sportbrok van Pavo. Daar doen ze het, in combinatie met goed ruwvoer, prima op. Pavo staat voor mij voor kwaliteit en gewoon goed voer. Ik weet nog dat Pavo vroeger in blauwe zakken zat, maar uit de roze kleur genieten de paarden er zeker niet minder van”, besluit Hamminga.
Tips!