Het voorjaar is voor elke fokker een spannende tijd. In de aanloop naar de geboorte van het veulen toe is het goed om eens stil te staan bij de voedingsbehoefte van de merrie, maar ook nadat het veulen geboren is en de merrie volop melk geeft. En hoe zit dat eigenlijk met het rijden van een drachtige merrie?
Vruchtbaarheid merrie
Normaal gesproken wordt een merrie vanaf het vroege voorjaar tot september iedere 3 weken hengstig. Deze vruchtbare periode van de merrie duurt 3 tot 7 dagen. Indien de merrie te weinig energie over heeft, omdat ze niet in goede conditie/te dun is, kunnen er vruchtbaarheidsproblemen optreden. Naast het zorgen voor regelmaat, een goede stalhygiëne, genoeg beweging en een stressvrije omgeving kunnen de volgende vitaminen en mineralen een positieve invloed hebben op de vruchtbaarheid van de merrie:
- Beta-caroteen(of pro-vitamine A): Hiermee is een merrie eerder in haar cyclus, zorgt voor een betere hengstigheid en dit vermindert de kans op vroeg embryonale sterfte.
- Vitamine E: Een tekort aan Vitamine E lijdt tot onvruchtbaarheid. Bij drachtige merries lijdt het tot misvorming van het veulen (spierziekte, witte spieren) of abortus.
- Foliumzuur: Heeft bij mensen een positief effect, bij paarden is er nog weinig van bekend.
- Selenium: Heeft een vergelijkbare uitwerking als vitamine E op de vruchtbaarheid.
Het voedingssupplement Pavo Fertile bevat onder andere bovenstaande stoffen en kan de vruchtbaarheid van de merrie ondersteunen.
Drachtige of lacterende merrie en ruwvoer
Gras bevat de ideale voedingsstoffen voor merries, maar in het ruwvoer zitten vaak juist veel minder eiwitten en mineralen dan altijd is aangenomen. Ook bevat het veel minder vitamine E dan vers gras. Arm ruwvoer is goed voor dikke paarden en sobere rassen, maar niet voor een zogende merrie. Veel merries gaan pas laat in het seizoen naar buiten en hebben dan niet altijd de beschikking over voldoende grasland. Het voeren van enkel gedroogd ruwvoer volstaat dus niet en kan een tekort aan vitamine E veroorzaken wat het risico dat de merrie aan de nageboorte blijft staan verhoogt.
Voeding drachtige merrie
In de eerste acht maanden volstaat het normale rantsoen van de merrie, maar in de laatste drie maanden van de dracht verandert de voedingsbehoefte van de merrie enorm. Dit is het moment waarop het veulen in de baarmoeder een enorme groeispurt doormaakt. De voedingsstoffen die voor deze groei nodig zijn, worden in de baarmoeder via de bloedstroom en na de geboorte via de melk van de merrie doorgegeven. Bij tekorten aan bepaalde voedingsstoffen kan de aanleg voor beengebreken zoals OC(D) ontstaan. In de merriebrok Pavo PodoLac of Pavo PodoLac Muesli zitten alle noodzakelijke vitaminen, mineralen en sporenelementen voor een optimale groei en ontwikkeling van het veulen.
Voeding tijdens de lactatie
Na de geboorte van het veulen stijgt de behoefte aan energie en eiwitten explosief. In de eerste dagen produceert een merrie ongeveer acht liter melk per dag, wat oploopt tot twintig liter. Een te kort aan eiwitten is funest en zal zorgen voor een verminderde melkproductie. De merrie heeft letterlijk twee keer zoveel energie en eiwitten nodig dan een merrie zonder veulen. De eerste drie maanden van de lactatie kun je Pavo PodoLac of PodoLac Muesli blijven geven. Als het veulen drie weken oud is en zelf begint te eten kan dit naar behoeft van de merrie al eventueel worden verminderd. Als het veulen wordt gespeend, kan de merrie haar oude rantsoen weer volgen.
Voeding drachtige en hoefbevangen merrie
Het kan voorkomen dat een drachtige merrie hoefbevangen raakt of daar erg gevoelig voor is. Ook dan is het in de laatste maanden van de dracht belangrijk om ervoor te zorgen dat de merrie voldoende extra voedingsstoffen voor het veulen binnenkrijgt.
Dikke drachtige merrie laten afvallen?
Tijdens de dracht is een te vette merrie niet wenselijk. Deze veulens groeien namelijk sneller wat ongunstig is voor de kwaliteit van de botgroei. Het is echter niet verstandig om de merrie na de negende maand nog te laten afvallen, omdat het veulen dan de grootste ontwikkeling doormaakt. Je kan er wel voor zorgen dat ze niet nog dikker wordt, maar zet haar niet op een streng dieet! Meer beweging is in dit geval aan te raden, uiteraard aangepast aan de toestand.
Drachtige merrie rijden
Zonder medische redenen voor een groter risico op complicaties tijdens de dracht en de bevalling kan de merrie gewoon getraind worden. Pas in de laatste maanden van de dracht kan het zijn dat de merrie te zwaar wordt en/of haar uithoudingsvermogen en flexibiliteit vermindert waarop je de trainingsintensiteit moet aanpassen. Het allerbelangrijkste is dat je goed naar je paard kijkt en de signalen die zij afgeeft gebruikt om te bepalen wat ze aankan. Stop echter niet zomaar met het geven van beweging, want het is juist gezond om het paard tot op de laatste dag onbelaste beweging te geven. Een goede lichamelijke conditie is immers een voorwaarde voor een vlotte bevalling.
Meer informatie over het fokken van veulens? Kijk dan eens op de website van het KWPN!