Voeding en training
Bietenpulp voor paarden
Bietenpulp voor paarden bestaat uit ruwvoer en bevat veel vezels. In dit artikel lees je meer over de voordelen van bietenpulp en waarom het gezond is om aan je paard te voeren.
Het dagelijkse paardenmenu bestaat uit ruwvoer en eventueel krachtvoer en/of supplementen. Het belangrijkste onderdeel van dit menu zijn de vezels uit ruwvoer. Paarden halen hun (langzaam vrijkomende) energie grotendeels uit vezels door fermentatie in de dikke darm. Het hele maagdarmkanaal van een paard is zo ingericht dat het de hele dag vezels wil verteren – denk maar aan hoe paarden in de vrije natuur de hele dag door grazen. Vezels zijn heel belangrijk voor de gezondheid van een paard, want zonder deze vezels werkt het spijsverteringskanaal niet naar behoren. Bietenpulp is een hoogwaardig ruwvoer bestaande uit supervezels.
Voordelen bietenpulp voor paarden
Vezels uit bietenpulp hebben een goede werking op de darmgezondheid van het paard. De vezels voeden de bacteriën die leven in de dikke en de blindedarm, ze hebben een zogenoemde prebiotische werking. Hierdoor blijven de bacteriën die in de darmen leven in topconditie, worden voedingstoffen in het hele paardenmenu beter verteerd en komen er minder schadelijke afvalstoffen vrij.
De combinatie van de prebiotische werking en het extreem lage suikergehalte in bietenpulp maakt dit product zeer geschikt om magere paarden op een gezonde en veilige manier op gewicht te brengen. Het lage suikergehalte zorgt er ook voor dat bietenpulp geschikt is voor paarden die gevoelig zijn voor suiker, zoals paarden met insulineresistentie, hoefbevangenheid, equine metabool syndroom (EMS) of PPID (ziekte van Cushing).
Verder bevat bietenpulp pectine, wat helpt om de maag tegen maagzuur te beschermen. Dit doet pectine door een beschermende laag in de maag aan te maken. Pectine is een oplosbare vezel, in tegenstelling tot andere ruwe vezels die alleen verteerd worden door middel van bacteriën in de dikke darm – ook wel fermentatie genoemd. Dit maakt dat pectine zowel een prebiotische werking heeft in de maag als in de darmen. Bietenpulp is een fantastische bron van langzaam vrijkomende energie en perfect geschikt voor (wedstrijd)paarden.
Let op: bietenpulp moet aangemaakt worden met water en is daardoor een uitstekende ruwvoeraanvulling voor paarden met gebitsproblemen.
Bietenpulp zonder melasse
Bietenpulp is een bijproduct van de suikerbietenindustrie. Nadat sap wordt gewonnen uit de cellen van de suikerbieten blijft de pulp over. Deze pulp wordt vervolgens gebruikt voor diervoeding. Het sap uit de bieten wordt gekookt en ingedikt, daaruit wordt melasse gehaald en wat overblijft is suiker. Melasse is een stroperige vloeistof en wordt gebruikt als grondstof voor de productie van bakkersgist, citroenzuur, gistextracten en alcohol. In diervoeders wordt melasse gebruikt als bindmiddel bij het drogen en persen van bietenpulp. Pavo is erin geslaagd om volledig ongemelasseerde bietenpulp te produceren in de vorm van Pavo SpeediBeet! Hierdoor is het suikergehalte in de Pavo bietenpulp zeer laag en dus ook prima geschikt voor paarden die hier gevoelig voor zijn.
Bekijk de video: waarom is Pavo SpeediBeet gezond?
Bietenpulp weken
Bietenpulp is zeer droog en bevat slechts 5% vocht. Normale bietenpulp moet ongeveer 12 uur weken voordat het veilig gevoerd kan worden. Binnen 24 uur moet bietenpulp gevoerd worden om bacteriën en schimmels geen kans te geven zich te ontwikkelen.
Wanneer bietenpulp niet geweekt wordt voor het voeren kan dit een slokdarmverstopping veroorzaken. De droge bietenpulp zal in het spijsverteringsstelsel van het paard in contact komen met lichaamssappen en uitzetten. Zorg er dus altijd voor dat je bietenpulp veilig bewaard, zodat je paarden er niet per ongeluk bij kunnen!
Bietenpulp van Pavo
Omdat veel paardenhouders het erg onhandig vinden om bietenpulp 12 uur van tevoren te weken heeft Pavo een speciale bietenpulp ontwikkeld. Doordat de bietenpulp wordt bewerkt via een gepatenteerd verhittingsproces kan het product snel – binnen 10 minuten - geweekt worden, in zowel warm als koud water. Zo maak je snel een gezonde maaltijd klaar!
Om het suikergehalte in onze bietenpulp laag te houden wordt bietenpulp gespoeld voordat het wordt verwerkt in diervoeders. In Nederland wordt bietenpulp tweemaal gespoeld. Pavo laat bietenpulp speciaal uit Engeland komen waar bietenpulp viermaal wordt gespoeld! Pavo bietenpulp heeft hierdoor slechts een suikergehalte van 5%.
Pavo heeft twee verschillende producten met bietenpulp: Pavo SpeediBeet en Pavo FibreBeet.
Pavo SpeediBeet
Pavo SpeediBeet is gemaakt van 100% snelwekende, ontsuikerde bietenpulpvlokken en bevat verder geen enkele toevoeging. SpeediBeet is ideaal om je paard op een veilige manier extra supervezels en energie bij te geven en een gezonde darmflora te ondersteunen. Dankzij de aanwezige pectine is het ook een goede aanvulling voor paarden met gevoelige maag/darmen. Pavo Speedibeet kan enkel nat gevoerd worden, dit maakt het product ook zeer geschikt voor (oude) paarden met een slecht gebit.
Pavo FibreBeet
Pavo FibreBeet bestaat uit Pavo SpeediBeet (snelwekende, ontsuikerde bietenpulp) verrijkt met eiwitten uit luzerne. Het is uitermate geschikt om paarden die behoefte hebben aan extra energie en eiwit te ondersteunen, zónder ze heet te maken. Pavo FibreBeet is ontwikkeld als risicoloze dikmaker voor paarden, ideaal voor paarden met een conditieachterstand, maar ook zeer geschikt voor (sport)paarden met een arme bespiering.
Pavo Fibrebeet moet ook geweekt gevoerd worden. Dit maakt het product ook geschikt voor (oudere) paarden met gebitsproblemen. Het toedienen van extra vocht is daarnaast ook zeer belangrijk na zware inspanning om uitdroging te voorkomen en herstel te ondersteunen.
Voeding en training
Paard met maagzweer? Dit moet je weten
Maagzweren komen helaas regelmatig voor bij paarden en pony’s. Uit onderzoek weten we dat zo’n 60% van de paarden hier last van heeft. Het is erg pijnlijk en heeft directe gevolgen voor de gezondheid en prestaties. Ontdek hier alles over hoe je maagzweren kunt herkennen, behandelen en voorkomen.
Hoe ontstaat een maagzweer?
Maagzweren zijn ontstekingen van de maagwand, die ontstaan nadat de beschermende slijmvlieslaag is aangetast. Stel je de maag van je paard voor als een soort zak van 8 tot 12 liter, waar het eten via de slokdarm in terecht komt. Het maagzuur dat hier geproduceerd wordt, is nodig om de voedselmassa te verteren en alle ongewenste bacteriën die daarbij meekomen uit te schakelen. De onderste helft van de maag bevat klieren die het maagzuur uitscheiden. Daarom is dit gedeelte van de maag bedekt met een weefsel dat beter bestand is tegen de zure omgeving. Het bovenste gedeelte van de maag is daarentegen gemaakt van een veel dunner en gevoeliger weefsel. Hierdoor is dit gedeelte minder goed bestand tegen het opspattende maagzuur met (kleine) ontstekingen - maagzweren - tot gevolg.
Wat symptomen van een maagzweer bij paarden?
Er zijn meerdere symptomen die kunnen wijzen op maagproblemen. Het lastige is dat er niet één overduidelijk signaal is en dat het ene paard het meer laat zien dan het andere. De enige manier om er 100% zeker van te zijn is met een gastroscopie. Hierbij onderzoekt de dierenarts de maag met een endoscoop via de neus.
Zo kun je een maagzweer herkennen:
Ineens niet meer of minder (graag) eten
Veel knoeien met krachtvoer
Knarsetanden
Vaak gapen
Slechte mest (diarree)
Pijnlijk reageren als je zijn buik aanraakt of bij het aansingelen
Vage koliekklachten, vooral meteen na het eten van krachtvoer
Een doffe vacht
Opvallend suf
Houdt het werk niet goed vol
Heeft lang nodig om te herstellen na een inspanning
Vermageren
Gedragsverandering (nerveus, agressief)
Kribbebijten of luchtzuigen
Heb je een vermoeden van maagzweren, dan is het advies om altijd even contact met je dierenarts op te nemen.
Behandeling maagzweer paard
Als de dierenarts maagzweren bij jouw paard heeft geconstateerd, kunnen deze in de regel goed behandeld worden met medicijnen. De werkzame stof omeprazol wordt gebruikt in de behandeling met medicijnen. Dit is een zogenaamde protonpompblokker die zeer snel en effectief de productie van maagzuur vermindert, zodat de maag kan herstellen. De duur en het succes van de behandeling hangt niet alleen af van hoe ernstig de maagzweren zijn, maar wordt ook bepaald door in hoeverre het management, voerregime en de trainingsomstandigheden geoptimaliseerd zijn. Hetzelfde geldt voor de behandeling van onderliggende ziektes, mochten deze de oorzaak zijn van de maagzweren. Bij vragen over de medicatie en behandeling van maagzweren, kun je het beste contact opnemen met je dierenarts.
Tips om maagzweren bij paarden te voorkomen
1. Voldoende ruwvoer van goede kwaliteit
Een paard maakt, in tegenstelling tot een mens, alleen speeksel aan als hij kauwt. Dit speeksel neutraliseert onder andere de zuurgraad van het maagsap. Als een paard dus te weinig kauwt, maakt hij niet genoeg speeksel aan en wordt het risico op maagzweren groter. Zorg er dus voor dat je paard altijd wat te knabbelen heeft en onbeperkt ruwvoer tot zijn beschikking heeft (ook ’s nachts!). Daarnaast heeft ruwvoer een bufferend effect op het maagzuur, waardoor het minder snel kan opspatten.
2. Vermijd stress
Stress produceert stofjes waardoor de maagwand nog gevoeliger wordt. Probeer stress dus zoveel mogelijk te vermijden door te voldoen aan de belangrijkste basisbehoeftes van paarden: voldoende ruwvoer, voldoende dagelijkse vrije beweging en contact met soortgenoten. Transport, te zware arbeid en het presteren op vreemd terrein kunnen ook stressfactoren zijn. Bij dergelijke stressvolle situaties kun je het supplement Pavo GastriCover makkelijk toevoegen aan het dagelijkse rantsoen voor wat extra ondersteuning van de maag.
3. Krachtvoermanagement
Als je paard naast ruwvoer ook krachtvoer nodig heeft, is het advies om te kiezen voor een voer dat speciaal gemaakt is voor paarden met een gevoelige maag, zoals Pavo Ease&Excel of GastricEase. Ease&Excel is een complete muesli voor (sport)paarden die gemiddelde tot zware arbeid verrichten. GastricEase is geschikt voor alle paarden die niet of recreatief actief zijn. Hou ook rekening met onderstaande voermanagement-tips:
Verdeel de krachtvoermaaltijden over meerdere porties per dag (minimaal 3)
Voer geen krachtvoer op een lege maag en zorg ervoor dat je paard altijd eerst ruwvoer en dan pas krachtvoer krijgt.
Een overmaat aan suiker en zetmeel kan voor verdere irritatie van de maagwand zorgen. Daarom is het belangrijk dat de maximale hoeveelheid suiker- en zetmeelopname van 1 gram / kg lichaamsgewicht niet overschreden wordt.
Om het kauwen extra te bevorderen, kun je de krachtvoermaaltijd mengen met een ruwvoermix, zoals Pavo DailyPlus.
4. Extra ondersteuning bij medicijnen
Sommige medicijnen, zoals pijnstillers, kunnen de bescherming van de maagwand aantasten waardoor het maagzuur sneller voor beschadigingen kan zorgen. Als je paard medicijnen nodig heeft, kan het verstandig zijn om de maag (tijdelijk) extra te ondersteunen, bijvoorbeeld het met supplement Pavo GastriCover. Dit supplement zorgt voor neutralisatie van overtollig maagzuur, en ondersteunt daarmee een gezonde maagwand.
5. Voorkom (te) intensieve training
Zware arbeid kan ervoor zorgen dat de maag meer samentrekt, omdat het lichaam dan teveel in de ‘vluchtstand’ staat. Daardoor komt de zure inhoud van het onderste deel van de maag meer in contact met het minder goed beschermde bovenste deel. Dit geldt helemaal voor het werken op een lege maag: je kunt je voorstellen dat als er geen ‘buffer’ van ruwvoer in de maag aanwezig is, het maagsap veelvuldig tegen de onbeschermde bovenste maagwand klotst. Dit kan het ontstaan van maagzweren versnellen. Voor de training kun je je paard daarom het beste een beetje ruwvoer voeren en wordt het afgeraden om binnen 2 uur voor de training krachtvoer te geven.
Voeradvies voor paarden met een gevoelige maag
Voldoende en goede kwaliteit ruwvoer is de basis van ieder paardenrantsoen. Heeft jouw paard een gevoelige maag, dan kun je de maaggezondheid extra ondersteunen met speciaal voer en supplementen.
Compleet voer
Ben je op zoek naar een compleet voer, dat zowel de maag ondersteunt als ook alle dagelijkse vitaminen en mineralen bevat? Afhankelijk van de intensiteit van de arbeid die je paard verricht, kun je dan kiezen voor Pavo Ease&Excel (muesli voor sportpaarden met gemiddelde tot zware arbeid) of GastricEase (muesli voor paarden die niet of recreatief actief zijn).
Supplement
Naast een compleet voer, kun je ook kiezen voor een supplement, zoals Pavo GastriCover. Dit ondersteunt eveneens een gezonde maagfunctie en is geschikt voor alle paarden met een gevoelige maag. Ideaal om jouw paard (tijdelijk) extra maagondersteuning te geven bij bijvoorbeeld stress of medicatie of toe te voegen aan je huidige rantsoen. Een supplement voer je altijd extra en vervangt geen onderdelen van het rantsoen.
Extra ruwvoervezels
Wil je extra vezels uit ruwvoer aan het rantsoen toevoegen, kies dan voor Pavo SpeediBeet of FibreBeet. Beide producten zijn (deels) gemaakt van ontsuikerde bietenpulp. Bietenpulp is rijk aan het prebioticum pectine, dat een beschermend laagje vormt in de maag en een positief effect heeft op de groei van gezonde darmbacteriën. Twee vliegen in één klap dus! Daarnaast ondersteunen deze vezelrijke producten, die je geweekt voert, een gezonde gewichtstoename. Aangezien Pavo FibreBeet eiwitrijker is, zal je paard hier het snelst van aankomen.
Voeding en gezondheid
Hoefbevangenheid
Hoefbevangenheid is voor een paard een zeer pijnlijke aandoening, waarbij een ontsteking in de hoef door een ernstige stofwisselingsaandoening problemen veroorzaakt. Maar hoe herken je een hoefbevangen paard? Wat zijn de oorzaken van deze ziekte en belangrijker nog: hoe kun je het behandelen?
Wat is hoefbevangenheid?
Hoefbevangenheid is een ontsteking binnen in de hoef waardoor de hoeflamellen, die ervoor zorgen dat de hoefwand en het hoefbeen sterk aan elkaar verbonden blijven, gaan ontsteken. Dit heeft tot gevolg dat de verbinding hiertussen kan verbreken en het hoefbeen los komt van de hoefwand, waardoor deze zakt of roteert. De ontstekingen gaan gepaard met koorts en zwelling en dat levert veel pijn op bij het paard. Hoefbevangenheid treedt meestal (het eerst) op aan de voorhoeven. Een paard dat eens hoefbevangen is geweest, blijft altijd gevoelig voor deze aandoening.
Hoe kun je hoefbevangenheid herkennen?
Een bevangen paard zal proberen de getroffen hoeven te ontlasten door de achterbenen ver onder het lichaam te plaatsen en het getroffen been (of benen) naar voren te zetten. Je zult merken dat je paard zo min mogelijk wil bewegen, omdat dit pijnlijk is. Soms gaan ze zelfs langdurig liggen om zo de voeten te ontlasten. Afhankelijk van de ernst van de hoefbevangenheid kan het hoefbeen los laten van de hoeflederhuid, waardoor het hoefbeen geen steun meer heeft en kantelt. De punt van het hoefbeen steekt dan in de zool. In ernstige gevallen kun je zelfs zien dat het hoefbeen door de zool heen komt.
Oorzaken van hoefbevangenheid
Hoefbevangenheid kan verschillende oorzaken hebben. We hebben de vijf meest voorkomende even voor je op een rijtje gezet:
1. Overgewicht
Paarden en pony’s die overgewicht hebben, hebben een grotere kans op een verstoord suikermetabolisme, oftewel insulinedysregulatie (vroeger beter bekend als insulineresistentie). Insulinedysregulatie bij paarden veroorzaakt tal van problemen, maar één van de ergste aandoeningen die kan ontstaan is toch wel hoefbevangenheid. Om erachter te komen of je paard insulinedysregeluatie heeft, kun je bij je dierenarts een bloedonderzoek laten doen. Aan de buitenkant is het namelijk lastig te zien. Lees hier meer over insulinedysregulatie bij paarden en hoe je dit kunt testen.
Nieuw: Pavo InShape Program
Is jouw paard of pony ook te dik en wil je hem op een gezonde manier laten afvallen? Begin dan vandaag nog met het Pavo InShape Program: het complete afvalprogramma voor paarden.
Download hier gratis het Pavo InShape Program!
2. Darmstoornissen
Een veel voorkomende oorzaak voor darmstoornissen is wanneer een paard een te grote hoeveelheid energierijke voeding binnenkrijgt. Bijvoorbeeld door suikerrijk (voorjaars)gras of een grote hoeveelheid krachtvoer die in één keer wordt gegeven, zoals bijvoorbeeld het leegeten van de voerton. De darmflora wordt hierdoor zodanig verstoord, dat er gifstoffen gevormd worden. Als deze in het bloed terecht komen, kan hoefbevangenheid ontstaan.
3. Baarmoederontsteking
Wanneer bij een merrie de nageboorte niet binnen 6 uur na de geboorte van het veulen afkomt, kan er baarmoederontsteking ontstaan. Als deze gifstoffen in het bloed terecht komen kan de merrie hoefbevangen raken. Hou dit dus altijd goed in de gaten bij de geboorte van het veulen
4. Zoolkneuzingen
Slechte verzorging van de hoeven kan onder andere leiden tot zoolkneuzingen en ontstekingen. Een regelmatig onderhoud aan de hoeven en om de 6-8 weken bekappen en/of beslaan door een erkende hoefsmid is dan ook aan te raden. Ook langdurig draven op verharde wegen en/of lang trailervervoer kan acute hoefbevangenheid veroorzaken.
5. Geneesmiddelen
Door het toedienen van bepaalde geneesmiddelen kunnen giftige stoffen in de bloedbaan terecht komen, waardoor ook hoefbevangenheid kan ontstaan. Als je paard of pony gevoelig is voor hoefbevangenheid is het dus slim om vóórdat je de medicijnen geeft altijd eerst goed de bijsluiter te lezen of overleg met je dierenarts.
6. Ziektes
Paarden en pony’s met de Ziekte van Cushing/ PPID zijn extra gevoelig voor hoefbevangenheid.
Mijn paard is hoefbevangen. Wat nu?
Wanneer je paard bevangen is, kun je het beste het volgende doen:
Raadpleeg direct je dierenarts.
Geef geen krachtvoer en weidegang meer, maar voer uitsluitend arm en stengelig hooi. In plaats van krachtvoer kun je kiezen voor een vitaminen- mineralensupplement, zoals Pavo Vital of Pavo DailyFit koeken. Meng de Pavo Vital met Pavo DailyPlus om het kauwen te stimuleren en maagzweren te voorkomen.
Zet je paard op nat zand of in de modder om zo de hoef continue te koelen en de druk op de hoef te verdelen/ verlichten.
Om pijn en druk te verminderen, is het aan te raden om in overleg met je dierenarts en hoefsmid te bekijken welke andere maatregelen getroffen kunnen worden.
Voorkomen van hoefbevangenheid
Met deze tips kun je zoveel mogelijk voorkomen dat jouw paard of pony hoefbevangen raakt:
Zorg voor een geleidelijke overgang van stal naar wei. Begin met enkele minuten per dag en maak dat iedere dag iets langer.
Zet je paard in de ochtend buiten, wanneer het fructaan nog laag is en hou eventueel de fructaanindex in de gaten. Let op: voor gevoelige paarden is het na nachtvorst gevaarlijk om ze in de ochtend op de wei te zetten.
Voorkom grazen op een kale weide: kort, gestrest gras bevat namelijk relatief veel suiker.
Geef ’s morgens eerst ruwvoer op stal of maak een lekkere natte mix Pavo SpeediBeet of Pavo Fibrebeet. Dit zorgt er namelijk voor dat je paard een vol gevoel heeft, waardoor hij in de eerste uren minder op het gras ‘aanvalt’.
Pas de hoeveelheid krachtvoer aan als je paard de wei in gaat.
Stripweiden is een goede oplossing voor gevoelige paarden en pony’s. Hierbij zet je een afscheiding in de wei die je steeds opschuift, zodat ze niet onbeperkt gras kunnen eten.
Let bij merries op het tijdig afkomen van de nageboorte (binnen 6 uur).
Voor paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid is het verstand te overwegen of graanvrij voeren een betere optie is. Zo beperk je de inname van suiker en zetmeel.
Bekijk de webinar: Hoefbevangenheid voeding & behandeling
In deze gratis webinar gaat onze nutritionist en dierenarts Veerle Vandendriessche verder in op het ontstaan van hoefbevangenheid, de symptomen en hoe jij als eigenaar hiermee kan omgaan in het weideseizoen. Want: een paard dat eens hoefbevangen is geweest, blijft hier altijd gevoelig voor!
Voeding en training
Eiwit in paardenvoeding
Eiwit is een noodzakelijke voedingsstof voor paarden. Dus is het belangrijk dat het paard dagelijks via voeding de nodige eiwitten en aminozuren binnenkrijgt. Maar wat zijn eiwitten precies? Hoeveel eiwitten heeft een paard nodig? En in welk paardenvoer zitten de meeste eiwitten?
In paardenvoeding zitten drie essentiële voedingsstoffen: vetten, koolhydraten en eiwitten. Van alle onderdelen in het dieet van het paard is eiwit waarschijnlijk het meest onbegrepen. Lange tijd werd gedacht dat eiwit diende als energiebron voor het lichaam. Tegenwoordig weten we dat eiwitten - naast water, dé bouwstoffen voor alle weefsels in het lichaam zijn.
Eiwitten in het paard
Eiwit is een belangrijke voedingsstof voor paarden, omdat eiwitten bij vrijwel alle vitale processen in het lichaam van het paard betrokken zijn. Een eiwit bestaat uit een soort ketting van (verschillende) aminozuren. Als een paard eiwitten opneemt, breken enzymen en zuren in het spijsverteringskanaal de keten van aminozuren af. De individuele aminozuren gaan door de wand van de dunne darm naar de bloedbaan. Daar worden ze via de lever getransporteerd naar plaatsen waar ze nodig zijn voor groei en herstel van weefsels. Het lichaam kan echter niet alle typen aminozuren zelf maken, daarom moeten ze dagelijks in de voeding aanwezig zijn.
Essentiële Aminozuren
Een paard heeft de mogelijkheid om, wanneer daar behoefte aan is, bepaalde aminozuren in de lever om te bouwen tot een andere samenstelling. De aminozuren die een paard zelf kan maken noemen we ‘niet-essentiële aminozuren’. Er zijn ook aminozuren die een paard níet zelf kan maken, en deze ‘essentiële aminozuren’ alleen via de voeding kan binnenkrijgen. Met name lysine, methionine cysteïne en tryptofaan zijn belangrijke aminozuren voor het paard. Luzerne, lijnzaad en soja zijn bijvoorbeeld goede bronnen van essentiële aminozuren.
De eiwitbehoefte van een paard
De eiwitbehoefte verschilt per type arbeid en of een paard bijvoorbeeld drachtig is (geweest). Volgens het CVB Tabellenboek (2009) ligt de onderhoudsbehoefte van een volwassen paard op ongeveer 500 gram eiwit per dag. De behoefte van een sportpaard dat (zeer) zware arbeid moet verrichten, is grofweg twee keer zo hoog. Een lacterende merrie heeft met een gemiddelde behoefte van 1.600 gram eiwit per dag een drie keer zo hoge behoefte als een paard in onderhoud. Zie ook onderstaand schema.
TYPE PAARD
BEHOEFTE AAN EIWIT
IN GRAM/DAG
Volwassen paard
600 kg (warmbloed)
Onderhoud gemiddeld
521
Lichte arbeid
671
Gemiddelde arbeid
750
Zware arbeid
807
Zeer zware arbeid
1164
Drachtige merries
Maand 10
736
Maand 11
850
Lacterende merries
Maand 1
1593
Maand 2
1650
Maand 3
1650
Bron: CVB Tabellenboek, 2009
Eiwit in paardenvoer
Het is dus belangrijk om de hoeveelheid eiwit in het rantsoen goed af te stemmen op de behoefte van je paard. Zo hebben drachtige en lacterende merries een andere eiwitbehoefte dan paarden die recreatief worden gereden of paarden die juist zware arbeid moeten verrichten in de sport.
Fokkerij
Opgroeiende paarden en drachtige en lacterende merries hebben veel bouwstoffen nodig. Daarom bevatten onze fokkerijproducten Pavo PodoLac, Pavo PodoStart en Pavo PodoGrow relatief hoge en kwalitatieve eiwitgehaltes.
Sport
Hard werkende sportpaarden hebben ook voldoende eiwitten nodig voor onder andere spieropbouw en spierherstel, waarvoor Pavo TopSport , Pavo Ease&Excel , Pavo Performance en Pavo Fibrebeet geschikt zijn.
Hierbij zijn Pavo Performance en Pavo Ease&Excel uitermate geschikt voor optimale spierfunctie en spierherstel (energy level high), terwijl Pavo TopSport, als muesli-topping, zorgt voor optimale spieropbouw. Om je paard of pony (weer) in perfecte conditie te brengen is Pavo Fibrebeet de oplossing door de kwalitatief hoogwaardige eiwitten uit luzerne die erin verwerkt zijn.
Recreatief/ sobere rassen
Sobere rassen of paarden en pony’s die veel in de wei lopen en weinig werken, hebben naast ruwvoer maar weinig extra eiwit nodig. Voor deze paarden is een vitamine- mineralenbalancer, zoals Pavo Vital of een Pavo DailyFit koek voldoende.
Oudere paarden
Voor oudere paarden zijn internationaal geen exacte eiwitbehoeftes bekend. Er zijn wel sterke aanwijzingen dat de behoefte toeneemt naarmate het paard ouder wordt. In onze senioremuesli Pavo 18Plus hebben we hier dan ook rekening mee gehouden. Pavo hanteert bij paarden ouder dan twintig jaar een 20 tot 25 procent hogere behoefte dan het onderhoudsniveau van ‘normale’, jongere paarden. Dit betekent voor oudere paarden een dagelijkse onderhoudsbehoefte van 625-650 gram eiwitten. Verder is als aanvulling of lekkernij Pavo FibreBeet (11% eiwit) zeer geschikt. Fibrebeet is de veilige oplossing voor arm bespierde of zelfs dunne paarden. Door zijn vezelrijke inhoud past hij in ieder rantsoen.
Is teveel eiwit schadelijk?
Als het opgenomen eiwit niet wordt gebruikt als bouwstof, kan een paard het gebruiken als energiebron. Dit is niet schadelijk, maar ook niet erg efficiënt. Een teveel aan eiwit wordt via de nieren uitgescheiden als ammoniak. Die is belastend voor stal, milieu en paarden met luchtwegproblemen. Van belang is daarom dat de inname in balans is met wat jouw paard nodig heeft.
Eiwit in ruwvoer
Ruwvoer moet in principe het grootste deel van de dagelijkse eiwitbehoefte van je paard leveren. Maar steeds meer paardenhouders voeren ruwvoer van een onbemest grasland. Dit is op zich niet verkeerd, maar het is wel belangrijk dat het ruwvoer voldoende eiwit bevat, met name voor sportpaarden, lacterende merries en opgroeiende veulens. Door het land niet te bemesten krijg je namelijk vaak ruwvoeders met hogere suikergehaltes en lage eiwitgehaltes. Om deze reden hebben wij Pavo FieldCare ontwikkeld: kunstmest speciaal voor de paardenweide.
Uit 1.300 ruwvoeranalyses voor paarden blijkt dat 39% van alle ruwvoermonsters die onderzocht zijn een laag tot zeer laag eiwitgehalte heeft. Dit is zelfs te laag voor de onderhoudsbehoefte van paarden die geen arbeid verrichten, maar zeker voor sportpaarden is aanvulling van eiwit dan noodzakelijk. 36% van de ruwvoermonsters heeft een gemiddeld eiwitgehalte en een kwart een hoog tot zeer hoog eiwitgehalte.
Benieuwd naar de waarden van jouw ruwvoer? Laat dan een ruwvoeranalyse doen. Met een Pavo Ruwvoer Quickscan kun je testen hoeveel eiwit, suiker, energie en drogestof-gehalte je ruwvoer bevat. Deze gegevens kun je vervolgens weer gebruiken om – waar nodig – de juiste krachtvoeraanvulling te geven.
Voeding en training Voeding en training
Slobber voor paarden, zo voer je het
Slobber is een heerlijke traktatie voor je paard, bijvoorbeeld als beloning na training. Het is echter ook volwaardig voer dat je dagelijks kunt geven als je paard hard werkt. Hoe maak je slobber klaar, hoe vaak moet je het voeren en wat is precies het verschil met zemelen? In dit artikel lees je alles over slobber.
Wat is slobber?
Slobber is al jaren een bekend paardenvoer met als hoofdbestanddeel zemelen. Het belangrijkste kenmerk van slobber is dat je het nat voert en er een lekker papje van kunt maken voor je paard. De slobber van Pavo is een volwaardig voer. Dat betekend dat alle vitaminen en mineralen voor de dagelijkse behoefte van je paard erin zitten. het is dus geen snoep of extraatje waar niets in zit. Dat maakt het ook zo'n veelzijdige voersoort!
Hoe voer je slobber aan een paard?
Door de veelzijdigheid van dit product kun je slobber op verschillende manier gebruiken:
Als extraatje na inspanning. Als je paard hard gewerkt heeft, kan hij na een training of wedstrijd wel wat extra energie gebruiken. Dan is slobber een goede aanvulling. Paarden vinden het heerlijk en zullen het ook als beloning ervaren. Geef het in dit geval extra naast zijn gewone voer.
Als verwennerij, bijvoorbeeld als het koud is, of gewoon zomaar. Geef slobber in dat geval in plaats van je normale voer. Let op dat een voerschep slobber veel minder weegt dan een schep brokken. Geef je je paard bijvoorbeeld een halve schep slobber (droog) die je aanmaakt met water, voer dan een ¼ schep minder brokken.
Als kuur, bijvoorbeeld als je paard ziek is geweest, koliek heeft gehad of om een andere reden een slechte conditie heeft. In dit geval vervang je tijdelijk één maaltijd per dag voor slobber.
Om de darmen schoon te houden. Slobber kan ook gebruikt worden om de darmen 'schoon' te houden. Wanneer paarden in paddocks lopen of veel zand eten en regelmatig slobber krijgen, zie je vaak zandresten in de mest.
Als vast onderdeel in het rantsoen. Er zijn een aantal topsporters die dagelijks één maaltijd aan de paarden geven in de vorm van slobber. Het is volwaardig voer, levert energie, het is goed voor de vacht en de paarden vinden het erg lekker.
Als wedstrijdvoer voor moeilijke eters. Bij sommige disciplines zoals eventing, endurance en trec zijn de paarden voor een wedstrijd meerdere dagen op pad. Sommige paarden eten en drinken niet zo goed als ze van huis zijn. Voor deze paarden is slobber een goede keuze, omdat het veel vocht bevat en er maar weinig paarden zijn die geen slobber lusten.
Om elektrolyten mee aan te vullen. Na zware inspanning waarbij veel gezweet is, is het verstandig om elektrolyten aan te vullen. Dat kan heel gemakkelijk door het te mengen door slobber. Vocht en zouten in 1x.
Als je paard moet aankomen. Als je slobber wilt inzetten om je paard aan te laten komen dan is het aan te raden om samen met een voedingsdeskundige het hele rantsoen door te spreken. Wat veel gedaan wordt, is een combinatie van Pavo SpeediBeet (bietenpulp) of Pavo FibreBeet (bietenpulp+luzerne) en Pavo SlobberMash maken. Pavo Fibrebeet hebben we speciaal ontwikkeld voor paarden met een conditie achterstand, denk aan schraal bespierd of aan te dunne paarden. Door de combinatie van bietenpulp en luzerne is dit product niet alleen gezond en goed voor de darmen maar ook lekker en makkelijk te eten ook voor paarden op leeftijd!
Hoe vaak je slobber geeft, hangt dus een beetje af van de manier waarop je het gebruikt. Dat kan variëren van één keer per dag tot zo af en toe.
Zo maak je slobber klaar voor je paard
Het belangrijkste kenmerk van slobber is dat het niet droog voert, maar altijd klaarmaakt met water. In het voeradvies van Pavo slobbers wordt geadviseerd om één deel slobber te mengen met één deel heet water (koud water kan eventueel ook). Dit laat je even staan totdat het een warme brei is geworden, die in dikte vergelijkbaar is met vla. Als je het te waterig vindt, dan kun je nog wat slobber toevoegen of meng je het de volgende keer met minder water. Vind je het te dik, voeg dan extra water toe. Ook je paard of pony kan nog een voorkeur hebben in de dikte. Sommigen hebben het het liefst zo vloeibaar mogelijk en drinken het op. Anderen willen echt wat te kauwen hebben en eten het liever als (erg) dikke pap. Op die manier kun je zelf beslissen wat voor jou en je paard of pony het beste werkt.
Pavo SlobberMash of Pavo GrainFreeMash
Wist je dat het woord ‘mash’ de Engelse naam voor slobber is? Ook in Duitsland wordt slobber ‘mash’ genoemd. Omdat Pavo een internationaal bedrijf is hebben onze slobbers de naam Mash gekregen. Beide producten zijn een smakelijke traktatie die de spijsvertering van het paard ondersteunen. Pavo SlobberMash bevat echter granen, die energie bevatten en daardoor zorgen voor gewichtstoename. Pavo GrainFreeMash is bewust caloriearm en bevat geen granen. Bovendien is er een groot verschil in de hoeveelheid suiker en zetmeel. Pavo GrainFreeMash bevat een zeer lage hoeveelheid, terwijl Pavo SlobberMash een hoge hoeveelheid bevat. Het hangt van de gezondheidssituatie, conditie en activiteit van je paard af welke slobber beter geschikt is.
Beide slobbers bevatten GEEN sterk wellende grondstoffen. Er is dan ook geen minimale wachttijd voordat je het kunt voeren. Als je de slobber met warm water aanmaakt let dan wel op dat het niet te heet is. Het aanwezige lijnzaad in de Pavo SlobberMash is voorbewerkt, zodat het niet nodig is om kokend water te gebruiken. De ideale inweektijd is ongeveer tien minuten. Dan is het hete water voldoende afgekoeld en heeft het lijnzaad de tijd gekregen om mooi slijmerig te worden.
Je kunt de slobber van Pavo eventueel ook met koud water klaarmaken, maar dan zal het iets minder slijmerig zijn en de verwenfactor voor je paard is iets minder. Verder maakt het geen verschil!
Waarom slobber zonder granen
Als je een paard hebt dat gevoelig is voor suiker, lijdt aan een stofwisselingsprobleem of snel te dik wordt, kun je het beste kiezen een graanvrije slobber te voeren. Pavo GrainFreeMash is vij van granen en melasse en heeft een zeer laag suiker- en zetmeelgehalte. De slobber bevat alle noodzakelijke vitaminen en sporenelementen om in de dagelijkse behoefte te voldoen. Daarom is het niet nodig naast deze slobber nog een balancer te voeren.
Tip!
Voer je nu Pavo SlobberMash maar wil je overstappen naar Pavo GrainFreeMash omdat deze lager is in suiker en zetmeel? Dan kan het zijn dat je paard de slobber in het begin niet zo lekker vindt. Doordat Pavo SlobberMash hoger in suiker en zetmeel is heeft het een zoetere smaak, je paard moet dus een beetje wennen aan de gezonde en minder zoete smaak van Pavo GrainFreeMash. Meng het daarom eerst met elkaar. Verminder geleidelijk de hoeveelheid SlobberMash en verhoog de hoeveelheid Pavo GrainFreeMash totdat je volledig bent overgestapt op Pavo GrainFreeMash.
Het verschil tussen slobber en zemelen
Zemelen zijn de velletjes van de graankorrel, die overblijven nadat het zetmeel eruit is gehaald. Dit geldt voor praktisch iedere graankorrel, maar als paardenvoer wordt meestal tarwezemelen gebruikt. Tarwezemelen bevatten weinig zetmeel en veel vezels. Dat maakt het geschikt voor paarden. Groot nadeel is echter de zeer scheve calcium/fosfor verhouding. De calcium/fosfor verhouding in zemelen is ongeveer 1:10, terwijl de gewenste verhouding 2:1 is. Dit tekort aan calcium moet gecompenseerd worden in de rest van het rantsoen, omdat een scheve calcium/fosfor verhouding problemen kan geven bij de groei en het herstel van botten, pezen en spieren.
Tarwezemelen is één van de hoofdbestanddelen van Pavo Slobber, maar in het totale product is de scheve calcium/fosfor verhouding uitgebalanceerd, zodat jij dat niet meer zelf hoeft te doen. Daarnaast bevat onze slobber ook lijnzaad en vitaminen en mineralen om er een volwaardig voer van te maken.
Voeding en training
Ruwvoer zelf maaien en hooien
Wanneer je je paarden aan huis hebt staan of een gedeelte van je wei kunt gebruiken voor het zelf maaien van ruwvoer, heeft dat veel voordelen. Vooral voor je portemonnee! Maar hoe doe je zoiets? Hoelang moet het gras drogen voor voordroogkuil en hoelang voor hooi? En hoe zorg je voor een zo laag mogelijk suikergehalte? We leggen het graag uit.
Hooi laten drogen en opslaan
Ruwvoer is één van de eerste levensbehoeften van paarden. In de natuur scharrelen ze de hele dag rond en het beste is dan ook om ze nooit te lang zonder ruwvoer te laten staan. Onder ruwvoer verstaan we gras in de weide, maar ook hooi of voordroogkuil. Door het gras te laten drogen (kunstmatig of natuurlijk) wordt het vochtgehalte lager, ca 15-30 %. Gras laten drogen tot het hooi wordt, duurt ongeveer 5 dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Door het lage vochtgehalte is het lang te bewaren (meer dan een jaar), omdat het ongevoeliger is geworden voor schimmels en andere micro-organismen. Hooi moet je wel droog opslaan.
Hoe maak ik hooi voor paarden met een laag suikergehalte?
Er zijn verschillende factoren die het suikergehalte in het gras bepalen. Voor paarden willen we deze het liefst zo laag mogelijk houden. Ga je zelf hooi maken? Dan is onder andere het tijdstip van maaien heel belangrijk. Op een normale zomerdag zijn de suikergehaltes ’s morgens heel vroeg namelijk het laagst. Als je gras gaat maaien om hooi van te maken, maai het gras dan tussen 05.00 uur en 10.00 uur ’s ochtends. Daarnaast stijgen suikergehaltes in het gras bij een tekort aan water (droogte) en als de bodem onvoldoende meststoffen bevat. Zorg dus dat je de wei een goede onderhoudsbemesting geeft. Gebruik bijvoorbeeld Pavo FieldCare: dit is een kunstmest speciaal voor paardenweides.
Voordroog maaien en hooien
Voordroogkuil krijg je door het gras ongeveer 3 dagen te drogen op het land en het daarna in te wikkelen met folie. De invloed van zuurstof wordt hierdoor beperkt en er treedt een verzuring op in de baal voordroogkuil. Deze wordt veroorzaakt door bacteriën, waarmee de houdbaarheid wordt vergroot. Door het hoge vochtgehalte (ca. 25-30% vocht) kan een aangebroken baal kuil gaan schimmelen. Zorg ervoor dat een aangebroken baal voordroogkuil binnen 4 à 5 dagen wordt verbruikt. In de warme zomermaanden kan de houdbaarheidstermijn van een aangebroken baal nog kleiner zijn door broei.
De voedingswaarde van het hooi bepalen
Met behulp van eigenschappen als geur, kleur en samenstelling kun je een redelijke inschatting maken van de kwaliteit van het hooi. Toch zegt dit niet alles over de voedingswaarde. Hiervoor kun je een analyse laten uitvoeren door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek Eurofins Agro te Oosterbeek. Dit kan onder andere via de Pavo Ruwvoer Quickscan. Dit is een snelle analyse waarbij je weet hoeveel suiker, eiwit en energie er in je ruwvoer zit. In het rapport worden de uitkomsten weergegeven op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 ‘laag’ is en 5 ‘hoog’. Welke waardes je nastreeft, hangt helemaal af van de behoefte van je paard (dit vindt je ook terug in het rapport).
Kleur en geur van hooi
Aan de kleur en geur van het hooi kun je wel wat informatie over de droogperiode afleiden.
Groen: hooi met een groene kleur en een frisse kruidige geur heeft kort op het land gelegen om te drogen (ca. 4 dagen). Het aandeel verteerbaar ruw eiwit is hoog, evenals de energiewaarde.
Licht bruin: dit hooi heeft een karamelachtige geur doordat het licht gebroeid heeft. Hierdoor is de voedingswaarde afgenomen (0,66 eenheden / kg ds).
Bruin-zwart: de zwarte kleur kan veroorzaakt worden door zware broei. Tevens geeft de broei een muffe geur en is dus voor het paard minder smakelijk.
Kwaliteit van voordroogkuil bepalen
Ook van voordroogkuil kun je een redelijke inschatting maken op basis van je zintuigen. Allereerst moet het schimmelvrij zijn; er mogen geen witte plekken in de baal zitten. Als je dit wel het geval is, betekent dit dat het folie lek is en het voer is bedorven. Kuil die op een goede manier is gewonnen, heeft een frisse lichtzure geur. Wanneer er een sterke rottingsgeur vrijkomt dan is het vochtgehalte vaak groter dan 60%. Meestal wordt deze onaangename geur veroorzaakt door bacteriën, die ammoniak en boterzuur produceren. Deze zogenaamde ‘natte kuil’ is minder geschikt voor paarden.
Voeding en training
Vitamine E en Selenium voor paarden: bijvoeren of niet?
Als je actief bent in de sport weet je hoe belangrijk vitamine E en selenium zijn voor de spieren van een paard. Maar waarom is dat eigenlijk? Wat gebeurt er precies in die spier? En moet je een sportpaard altijd een extra supplement bijvoeren of niet?
Waarom is Vitamine E en selenium belangrijk voor paarden?
Daar waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Oftewel, bij iedere vorm van arbeid komen afvalstoffen vrij; een auto produceert uitlaatgassen bij het verbranden van de brandstof, zo produceert een spier ook afvalstoffen bij de arbeid. Lees meer over de werking van spieren in het artikel ‘Spieropbouw bij je paard: tips voor training en voeding‘. Bij een paard is het belangrijk dat die afvalstoffen goed kunnen worden afgevoerd en dat de spieren ook weer worden opgebouwd.
De afvalstoffen die een spier produceert heten vrije radicalen, daarvan bestaan er 3 verschillende:
Peroxiden
Hyroxylradicaal
Hydroxide anion
Deze afvalstoffen worden in de spier onschadelijk gemaakt, doordat vitamine E en selenium ze ‘neutraliseren’. Vitamine E en selenium zijn antioxidanten, stofjes die door het opruimen van afvalstoffen zorgen dat spierschade na het werk voorkomen wordt. Een andere antioxidant is vitamine C. Die drie werken gezamenlijk, in de juiste verhouding, efficiënter dan alleen. Pavo Eplus bevat al deze antioxidanten in de juiste verhouding.
Natuurlijke en synthetische vitamine E
Naast dat vitamine E spieren ondersteunt, heeft het ook een ondersteunende rol in het zenuwstelsel en immuunsysteem. Er zijn twee varianten van vitamine E op de markt: een natuurlijke (d-alfa-tocoferol) en een synthetische (dl-alfa-tocoferol). Natuurlijke vitamine E wordt veel beter opgenomen door het paardenlichaam dan synthetische. Het supplement Pavo Eplus bevat de natuurlijke variant van vitamine E, verkregen van plantaardig materiaal.
Hoeveel vitamine E heeft een paard nodig?
Van vitamine E heeft je paard een behoorlijke hoeveelheid nodig. Volgens het National Research Council is de basisbehoefte van een volwassen paard per dag 500 mg vitamine E. Bij licht werk gaat dit al omhoog naar 800 mg per dag en bij zware arbeid is het zelfs 1000 mg per dag. De vitamine E behoefte is dus afhankelijk van de mate van arbeid. Hoe zwaarder de arbeid, hoe hoger de behoefte aan vitamine E. Ook het aandeel vet in een rantsoen speelt een rol. Hoe meer vet er in een rantsoen zit, hoe hoger de behoefte aan vitamine E.
Het grootste gedeelte van de behoefte aan vitamine E kan je paard uit gras halen. Als je paard genoeg op de wei staat, en daar voldoende gras binnenkrijgt, krijgt hij al meer binnen dan de basisbehoefte. Wanneer je paard onvoldoende gras binnenkrijgt is er een kans op het ontstaan van vitamine E tekorten. Vitamine E heeft moeite om stabiel te blijven wanneer het warm wordt. Dus als je hooi en kuilgras opslaat, neemt het vitamine E-gehalte af. Daarom kan het zijn dat je paard een extra aanvulling nodig heeft.
Dagelijkse hoeveelheid selenium
Van selenium hebben paarden maar een klein beetje nodig. Een volwassen paard heeft een seleniumbehoefte van 0.2 mg per 100 kg lichaamsgewicht. Selenium is een sporenelement, dat niets anders is dan een mineraal waar maar een kleine hoeveelheid van nodig is. Het vervelende van selenium is dat het verschil tussen de optimale hoeveelheid en een te grote hoeveelheid heel klein is. Je hoeft maar een beetje teveel te geven en het is al niet meer gezond voor je paard. Pas hier dus goed mee op! De kans op een tekort aan selenium komt bij een rantsoen van alleen ruwvoer echter al eerder voor. In Nederland is op veel plekken de bodem namelijk selenium arm.
Vitamine E en selenium tekort
De symptomen van een tekort aan vitamine E zijn spierschade en vetontstekingen. Een tekort aan selenium zorgt naast spierproblemen en vetontstekingen ook voor een slechte afweer. Door een tekort aan deze antioxidanten, worden vrije radicalen niet geneutraliseerd en kan er schade in de cel optreden. Het verouderingsproces is hier een goed voorbeeld van.
Spierschade bij je paard kun je herkennen aan spierpijn, stijfheid en wanneer je paard te lang moet herstellen na een intensieve training. Als je niet weet of jouw paard aanleg heeft voor spierverzuring na zware arbeid, kun je preventief het supplement Pavo Eplus geven om de spieren optimaal te ondersteunen. Paarden waarvan bekend is dat ze na een inspanning stijfheid en spierpijn hebben, hebben meer baat bij Pavo MuscleCare.
Teveel vitamine E en selenium
Een overschot aan vitamine E is giftig voor je paard. Doordat vitamine E een rol speelt in de aanmaak van rode bloedcellen, is een belangrijk symptoom van vitamine E-overschot het optreden van bloedarmoede, omdat dan de rode bloedcellen kapot springen. Om deze reden is er een maximale dagelijkse dosis voorgeschreven van 20 mg per 1 kg lichaamsgewicht.
Een overmaat aan selenium kan het paard helaas niet zo gemakkelijk uitscheiden. Een overmaat aan bijvoorbeeld zout of eiwit wordt uitgescheiden door de nieren en uitgeplast. Dat systeem werkt voor selenium niet. Wanneer een paard teveel selenium in zijn lichaam heeft, slaat hij het ergens op waar het uiteindelijk wel zal verdwijnen: in de hoeven, staart en/of manen. Op deze plaats kan selenium geen schade aanrichten aan organen, maar ook in manen of hoeven hoort het niet thuis. Soms ontstaat zelfs haaruitval of brokkelhoeven. Daarom is het belangrijk dat je je paard wel voldoende selenium geeft om de spieren te verzorgen, maar pas op dat je niet teveel geeft, want dat is niet gezond. Bij selenium kunnen vergiftigingsverschijnselen optreden bij een langdurige, dagelijkse verstrekking van meer dan 1 mg per 100 kg lichaamsgewicht. Houd je dus altijd aan het voeradvies van Pavo Eplus om overdosering te voorkomen!
Conclusie: vitamine e en selenium bijvoeren of niet?
Kortom: kijk eerst kritisch naar het basisrantsoen van je paard voordat je een supplement gaat bijvoeren. Ook het trainingsschema moet met een kritisch oog bekeken worden. Blijft je paard na het trainen wat lang stijf? Dan is Pavo Eplus het supplement voor soepele spieren en helpt de spierfunctie optimaal te ondersteunen.
Voeding en gezondheid
Luzerne voor paarden
Luzerne bijvoeren aan je paard kan gezond zijn, want het heeft een aantal unieke eigenschappen. Maar wat is luzerne eigenlijk precies en hoe voer je het? Voor welke paarden is het geschikt en voor welke minder? In dit artikel lees je de antwoorden op deze vragen en waar je op moet letten als je jouw paard luzerne wilt voeren.
Wat is luzerne?
Luzerne is een gewas dat voor veel paarden (maar niet alle!) een geschikte aanvulling op het dagelijkse rantsoen is. Luzerne wordt ook wel alfalfa genoemd en ziet er meestal uit als kort stengelig hooi, maar is ook verkrijgbaar in luzernebrokken of -korrels, waarbij de stengels samengeperst zijn. Luzerne is een ruwvoer en wordt bij paarden veel gebruikt als vezelbron om door krachtvoer (brokken of muesli) te mengen. Dit zorgt ervoor dat paarden meer moeten kauwen en langer over hun krachtvoermaaltijd doen, wat de spijsvertering ten goede komt. Daarnaast kun je luzerne ook heel goed gebruiken om je supplementen of vitaminebrok, waar je vaak maar 50 of 100 gram van voert, mee te mengen. Zo voeg je niet alleen structuur toe, maar geef je ook meteen meer volume aan een in de basis kleine maaltijd.
Kenmerken van luzerne
Laag suikergehalte
Gemiddeld hooi bevat zo’n 10-15% suikers. Luzerne daarentegen bevat gemiddeld slechts 3% suikers. Zelfs als er melasse aan luzerne wordt toegevoegd (lees verderop waarom dit soms gebeurt) is het suikergehalte nog steeds erg laag.
Hoog eiwitgehalte
Het hoge eiwitgehalte in luzerne (zo’n 16%) is wel een aandachtspunt. Voor sportpaarden die veel werken en spieren moeten opbouwen is het goed, maar voor de meeste andere paarden is het meer dan ze nodig hebben. Daarom wordt luzerne vaak gemengd met gehakseld hooi, zoals in Pavo DailyPlus. Hierdoor zakt het aandeel eiwit naar 10,5%.
Positief effect op maagzweren
De structuur in luzerne nodigt uit tot goed kauwen. Dit is op zichzelf al een goede maatregel om de ontwikkeling van maagzweren tegen te gaan, maar daarnaast bevat het veel calcium wat helpt om maagzuur te neutraliseren. Hierdoor voorkomt het een erge verzuring van de maag en helpt daarmee een gezonde maagwand te behouden. Het positieve effect geldt zowel voor luzernehooi, luzernekorrels en verwerkte luzerne (heel fijn gemalen, zoals in Pavo FibreBeet), maar NIET voor grof luzernehaksel. Dit laatste kun je beter vermijden bij paarden die een gevoelige maag hebben.
Voor welke paarden is luzerne geschikt?
Jonge paarden in de groei, sportpaarden, zogende merries en oudere en magere paarden kunnen extra energie, vezels en eiwitrijke voedingsstoffen goed gebruiken. Luzerne is dan een heel geschikte aanvulling. Luzerne kun je voeren aan paarden vanaf ongeveer 1 jaar oud, voor jongere veulens is het niet geschikt. Let wel op dat wanneer je grotere hoeveelheden per dag bijvoert (meer dan 2 kg) je de scheve calcium-fosforverhouding compenseert door een supplement, lijnzaad of zemelen bij te voeren. Je kunt ook een uitgebalanceerd krachtvoer kiezen en dit mengen met luzerne of Pavo DailyPlus voor meer structuur en extra eiwit.
Vanwege het lage suikergehalte in luzerne, kun je dit in principe ook aan suikergevoelige paarden, bijvoorbeeld met hoefbevangenheid, insulineresistentie en EMS, voeren. Gebruik het dan wel alleen als aanvulling en niet als volledige vervanging van 'normaal' ruwvoer (hooi/ kuil), want daar is het eiwitgehalte weer veel te hoog voor. Deze paarden hebben meer baat bij een goede partij suikerarm hooi of kuil, wat je eventueel kunt aanvullen met geweekte, ontsuikerde bietenpulp Pavo SpeediBeet om de darmflora extra te ondersteunen of de eiwitrijkere variant van Pavo SpeediBeet: Pavo Fibrebeet als je paard of pony wat meer mag aankomen. Eet jouw paard alleen ruwvoer en verder geen krachtvoer (brokken of muesli)? Dan krijgt hij niet genoeg vitaminen en mineralen binnen en is het advies om dagelijks een vitamine- en mineralenbalancer, zoals Pavo Vital of Pavo DailyFit koeken te geven.
Hoeveel luzerne geef je aan je paard?
Luzerne is een waardevol voedermiddel in het rantsoen, maar hoeveel moet je dan voeren? De hoeveelheid die je dagelijks zou moeten geven, hangt af van het eiwitgehalte in je ruwvoer, wat je wilt bereiken en wat voor paard je hebt. Geef je slechts een paar handjes als extraatje door het krachtvoer, dan stimuleer je alleen het kauwen. Wil je echt extra energie en eiwit geven, dan is het nodig om een volwassen paard van 600 kg in ieder geval 1,5 – 3 kg luzerne per dag te voeren. Dat zijn 1 tot 2 volle emmers per dag. Compenseer in dat geval de scheve calcium-fosforverhouding met speciale supplementen voor paarden.
Luzerne wordt ook veel gebruikt als grondstof in paardenvoeders, zowel in muesli als in brokken. Het bevat waardevolle voedingsstoffen en veel vezels, slechts weinig suiker en paarden vinden het heel lekker. In de volwaardige voeders is de scheve calcium-fosforverhouding al gecompenseerd en tegelijkertijd worden de vitaminen en mineralen in de juiste hoeveelheden uitgebalanceerd.
Luzerne voeren aan je paard: hier moet je op letten
Als je luzerne aan je paard wilt gaan voeren, zijn er een aantal dingen waar je op moet letten: de manier van drogen (kunstmatig of zongedroogd; beide hebben voor- en nadelen), de scheve verhouding tussen calcium en fosfor en mogelijke gevoeligheid voor eiwit bij je paard.
Kunstmatig gedroogde luzerne
In Nederland wordt de meeste luzerne kunstmatig gedroogd, waarbij je stof in het eindproduct ziet. De meeste mensen vinden dat niet prettig. Echter deze stof is afkomstig van de luzerneblaadjes, die juist de meeste voedingsstoffen bevatten (essentiële aminozuren, vitaminen en mineralen). De stengels bestaan hoofdzakelijk uit slechter verteerbare vezels. Om te voorkomen dat paarden dit inademen zeven de meeste producenten het bladstof eruit, waarna ze het met behulp van melasse persen tot kleine brokjes. Deze voegen ze toe aan het eindproduct Zo blijft de voedingswaarde van de complete plant behouden. Andere producenten zeven het bladstof uit en laten alleen de stengels in gehakselde vorm zitten. Het eindproduct is dan weliswaar stofvrij, maar de waardevolle voedingsstoffen zijn verdwenen en de droge stengels kunnen erg prikken in de mond en maag van het paard. Sommige paarden vinden dit niet prettig.
Zongedroogde luzerne
Er bestaat ook zongedroogde luzerne. Het voordeel is dat het minder bladstof bevat, het nadeel is dat de voedingswaarde niet constant is. In volwaardige voeders wordt dit per batch uitgebalanceerd. In pure zongedroogde luzerne is dit niet het geval.
Scheve calcium-fosforverhouding
Houd er rekening mee dat luzerne twee keer zoveel calcium bevat als gewenst, namelijk 4:1 in plaats van 2:1. Bij het voeren van grotere hoeveelheden luzerne dien je dit te compenseren met supplementen, die speciaal voor dit doel zijn ontwikkeld of met granen of zemelen. Te veel calcium in het rantsoen belemmert namelijk een goede opname van magnesium. Magnesium is zeer belangrijk voor een soepele werking van de spieren.
Voeding en gezondheid
Paardenweide onderhouden
Voor een gezonde paardenwei is het belangrijk dat deze regelmatig onderhouden wordt met graszaad en de juiste bemesting. Gebruik de volgende tips en adviezen voor een optimale paardenwei.
1. Inzaaien / doorzaaien van de paardenweide
Probeer eenmaal in de 10-15 jaar de wei opnieuw in te zaaien of op zijn minst door te zaaien. Bij het opnieuw inzaaien, wordt de grasmat doodgespoten en meestal na een reparatiebemesting opnieuw ingezaaid. De reparatiebemesting is enorm belangrijk. Het is verstandig om eerst je bodem te laten analyseren, zodat je weet wat de toestand van de verschillende meststoffen is. Je kunt hiervoor contact opnemen met Eurofins Agro in Wageningen. Zij bieden een speciaal pakket aan voor de paardenweide: EquiSoil. Aan de hand van de uitslag van een grondanalyse kan een bemestingsadvies gemaakt worden. Na het aanvullen van eventuele tekorten kan het graszaad de grond in.
Gebruik voor het inzaaien graszaad dat bestemd is voor een paardenweide, zoals Pavo GrassSeed, en geen graszaad voor een koeienweide. Ook doorzaaien is een optie. Bij het doorzaaien wordt in de bestaande grasmat het graszaad ingebracht. Het beste moment om in te zaaien of door te zaaien is in het najaar of eventueel het vroege voorjaar. De zomermaanden zijn minder geschikt.
2. Graszaad voor de paardenweide
In Nederland wordt meestal BG11 gebruikt, een graszaadmengsel voor rundveeweides. Deze "normale" graszaadmengsels hebben een hoog aandeel Engels raaigras dat erg hard groeit (productiegras) en volledig is afgestemd op de behoeftes van rundvee (o.a. zeer hoge gehaltes aan suiker, energie en eiwit). Met dit soort grassen kunnen koeien uitstekend melk produceren. Voor paarden is dit mengsel echter minder geschikt, aangezien voor paarden beter grassen ingezet kunnen worden die wat structuurrijker en wat suikerarmer zijn.
Daarnaast moet in een paardenweide een grasmengsel staan dat een extreem sterke zode vormt en bestand is tegen de wijze waarop paarden weiden (zeer kort het gras afgrazen). Koeien snijden gras af met de tong. Paarden millimeteren het gras met hun tanden. Gras begint weer te groeien vanuit het groeipuntje, daar waar de blaadjes uit de stengel komen. Als het groeipuntje opgegeten is, komt het gras moeilijk weer op gang. Een goed paardenmengsel bevat dan ook gras met een heel laag groeipunt (dicht bij de grond), zodat het gras na consumptie weer snel kan aangroeien.
3. Afwisselend weiden en maaien
Voor het behoud van een goede weide is het advies om de weide niet alleen maar te laten beweiden door paarden. Het beste is om het weiden af te wisselen met maaien. Je zult zien dat het af en toe maaien een zeer positief effect heeft op het behoud van de wei!
4. Paardenmest uit de weide halen
Iedere paardenhouder weet het wel, maar lang niet overal gebeurt het altijd: de paardenmest moet eigenlijk de wei uit. Dit is vooral belangrijk in verband met wormbesmetting, maar ook om het ontstaan van “bossen” te voorkomen is het beter voor de wei om de paardenmest regelmatig weg te halen.
5. Bemesting van de paardenweide
Aan het bemesten van paardenweides wordt vaak weinig aandacht besteedt. Er is bijna niemand die af en toe eens een grondmonster neemt om de bemestingstoestand van een perceel te bekijken om aan de hand daarvan een bemestingsplan op te stellen. Toch is het voor behoud van de weide en de gezondheid van de paarden erg belangrijk om de bodem regelmatig te verzorgen met de juiste meststoffen. Waar je aan kunt denken:
6. Beperk het gebruik van drijfmest
Dierlijke mest (drijfmest of “ruige” mest) heeft een uitstekende bemestende waarde. Het voordeel van dierlijke mest is dat de meststoffen uit de mest verspreid over het weideseizoen vrijkomen. Juist omdat dit zo langzaam gaat, heeft uw weide er het hele seizoen profijt van. De meeste loonwerkers rijden 20 m3 (kuub) per hectare uit als ze worden ingeschakeld om dierlijke mest uit te rijden. Over het algemeen is dat voor een paardenweide te veel. De reden daarvoor is het hoge kaliumgehalte in de mest. Te hoge kaliumgehaltes in de bodem maken het moeilijk voor het gras om magnesium en andere, voor paarden belangrijke, sporenelementen op te nemen. Laat de loonwerker dan ook geen 20 m3, maar rond de 10m3 – 15 m3 drijfmest per hectare uitrijden. Varkensmest bevat hogere gehaltes aan meststoffen dan rundveemest. Het beperken van drijfmest kan dus ook betekenen dat je bewust kiest voor rundveedrijfmest in plaats van varkensmest als er toch wat meer mest geïnjecteerd moet worden.
7. Kunstmest voor de paardenweide
Wanneer het voorjaar weer voor de deur staat, zijn veel mensen gewend dat er weer kunstmest gestrooid moet worden. De “normale” kunstmest die daarvoor gebruikt wordt, bevat meestal N-P-K (Stikstof / Fosfaat / Kali). De stikstof die in normale kunstmest zit, komt na het strooien in een in een dag of tien vrij. Het gras krijgt daardoor een enorme groeispurt en bevat daardoor meestal relatief hoge eiwit- en suikergehaltes; voor paarden is dit niet gewenst!
Sinds 2003 is er een speciale kunstmest voor de paardenweide op de markt: Pavo FieldCare. Onze FieldCare bevat een speciale stikstofverbinding, die langzaam (in 2 tot 3 maanden) vrijkomt. Deze vorm van stikstof heet ENTEC-Stikstof. ENTEC-Stikstof wordt gemaakt door de firma BASF en wordt gebruikt daar waar de stikstof in de bodem langzaam vrij moet komen. Het voordeel hiervan is dat het gras goed groeit, maar zowel de suiker als de eiwitgehaltes in het gras wat lager blijven.
Op onderstaande foto is het verschil goed te zien tussen een bemeste en onbemeste wei: de buitenste paardenweides zijn bemest met Pavo FieldCare, het middelste, lichtere veld is onbemest.
8. Extra fosfor als voedingsstof
Fosfor is erg belangrijk voor de jeugdgroei van de wortels, waardoor de jonge grasplantjes meer voedingsstoffen uit de bodem kunnen halen. Onkruiden en slechtere grassoorten worden door een goede fosfaattoestand teruggedrongen. Daarnaast is fosfor voor het paard een belangrijke bouwsteen voor ontwikkeling van het beendergestel. Fosfor die in de bodem zit, wordt in het voorjaar moeilijk opgenomen door de plant. In een meststof voor paardenweides is fosfor dus belangrijk voor het wortelgestel van het gras en voor een gezond beendergestel van het paard.
9. Magnesium toevoegen aan de paardenweide
Magnesium is een belangrijke bouwsteen voor het bladgroen. De magnesiumbehoefte van paarden is ook vrij groot. Over het algemeen zijn magnesiumgehaltes in de bodem laag en gehaltes aan bijvoorbeeld kalium te hoog, waardoor magnesium moeilijk opgenomen wordt. Vandaar dat het geven van magnesium aan een paardenweide belangrijk is. Een methode daarvoor is het geven van Magnesoman (N-P-K meststof met Magnesium) of een speciale meststof voor de paardenweide.
10. Maak het smakelijker met zout
Natrium, oftewel zout, is een belangrijk element voor de smakelijkheid van het gras. Het bevordert niet de grasgroei, maar maakt het gras extra smakelijk voor de paarden. Daarnaast hebben paarden die veel werken een hoge behoefte aan natrium. Door Pavo FieldCare te gebruiken, verhoog je de smakelijkheid van het gras en geef je de paarden wat extra zout.
11. Kalk strooien in het najaar
Bij de meeste paardenweides die onderzocht worden, blijkt dat de pH-waarde veel te laag is: de bodem is verzuurd. In een zure bodem is het voor een plant moeilijker om voedingsstoffen op te nemen. Een zure bodem “repareren” kan door kalk te strooien. Het beste moment daarvoor is in het najaar (september – november). Door de kalk in de herfst te strooien, zal de pH van de bodem weer op peil zijn op het moment dat het gras in het voorjaar weer begint te groeien.
Graslandbeheer in het kort: zo onderhoud je de paardenweide
Graslandvernieuwing: inzaaien of doorzaaien eenmaal in de 10-15 jaar.
Als je opniew gras gaat inzaaien, neem dan van tevoren een bodemmonster om de bemestingstoestand van de bodem te controleren en eventueel te corrigeren, voordat het gras de grond in gaat.
Gebruik een graszaadmengsel dat geschikt is voor paarden.
Probeer het weiden af te wisselen met maaien.
Verwijder paardenmest uit de wei.
Dierlijke mest is uitstekende meststof voor de paardenweide. Maar beperk de gift aan dierlijke mest wel.
Gebruik bij voorkeur een meststof voor de paardenweide waarbij de stikstof langzaam vrijkomt en de suiker en eiwitgehaltes in het gras wat lager blijven.
Elementen als magnesium en natrium moeten in een paardenweide extra aandacht krijgen.
Om de pH-waarde op peil te houden, is het strooien van kalk in het najaar aan te bevelen.
Voeding en training
Spijsvertering van je paard ondersteunen
Een gezonde spijsvertering is het fundament van een gezond paard. Paarden hebben van nature een zeer gevoelige maagdarmstelsel, waardoor problemen met de spijsvertering snel op de loer liggen. Het is dan ook belangrijk om de spijsvertering optimaal te ondersteunen en problemen snel te herkennen.
Hoe werkt de spijsvertering van je paard?
Als een paard eet, komt de voedselbrei via de slokdarm en maag in de darmen terecht. Een groot deel van de spijsvertering vindt plaats in de darmen. Het begint in de dunne darm, waar eiwitten, vetten en niet structurele koolhydraten, zoals suiker en zetmeel, worden afgebroken door verteringssappen. Pas na dit proces van afbreken, kunnen de voedingsstoffen door de darmwand worden opgenomen. Nu komen ze in de bloedbaan terecht en kan je paard ze gebruiken.
Na de dunne darm verplaatst de voedselbrei zich naar de dikke darm en blinde darm. Hier vindt het belangrijkste deel van de spijsvertering plaats: fermentatie. Bij het fermenteren van vezels worden vluchtige vetzuren geproduceerd. Deze vluchtige vetzuren zijn de voornaamste energiebron voor paarden en leveren tot 80% van de dagelijkse energievoorraad. Je kunt je voorstellen dat je paard in de problemen komt als dit proces wordt verstoord.
Symtomen: zo herken je darmproblemen
Veranderende mest, bijvoorbeeld diarree of droge mest
Koliek
Doffe vacht
Gewichtsverlies
Constipatie, je paard mest veel minder of helemaal niet meer
Gasophoping in de darmen, zichtbaar als een opgeblazen buik
Je paard heeft een gespannen buik
Je paard laat veel scheten en de buik maakt vreemde geluiden
Gedragsveranderingen
In ernstige gevallen kunnen stofwisselingsproblemen ontstaan, zoals EMS of hoefbevangenheid
Hoe kan je de darmflora herstellen?
De darmflora bestaat uit verschillende bacteriën, schimmels en andere micro-organismen. Dit is een mix van goede én slechte bacteriën, die bij een gezond paard netjes in balans zijn. Maar de darmflora van een paard is erg gevoelig en kan door de kleinste verandering in rantsoen of omgeving al verstoord worden. Dan nemen de slechte bacteriën de overhand met spijsverteringsproblemen tot gevolg. Om dit te herstellen, moet de balans tussen de bacteriën weer worden hersteld. Prebiotica, probiotica en postbiotica kunnen hierbij goed ondersteunen.
Pre- en probiotica voor paarden
In de praktijk worden pre- en probiotica vaak in één adem genoemd. Daarnaast is er ook nog het innovatieve postbiotica. Allemaal goed voor de darmflora, maar ze hebben wel allemaal een eigen functie. Prebiotica zijn de brandstof voor probiotica (de bacteriën en gisten zelf), die hun groei ondersteunen en het immuunsysteem helpen om de ‘slechte’ bacteriën onder controle te houden.
Probiotica zijn de fabriekjes: de ‘goede’ bacteriën die een gezonde darmfunctie bevorderen zorgen voor de afbraak en vertering van het voedsel. Voor paarden is het beste om probiotica in de vorm van levende gisten te geven, zoals Yea-Sacc®. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wanneer probiotica in staat zijn om levend de plaats van bestemming (de dikke darm) te bereiken, dit de verteerbaarheid en opname van voedingsstoffen direct bevordert. Bovendien helpt het de darmflora te stabiliseren, wat cruciaal is voor een gezonde spijsvertering, en heeft het een positieve werking op de immuniteit.
Postbiotica hebben een positieve werking op de ‘goede’ bacteriën in de darmen van het paard. De postbiotica Diamond V heeft een wetenschappelijk bewezen effect op de versterking van de darmfunctie, het gezond houden van gewrichten en ondersteuning van het stressmanagement.
Wat is goed voor de darmen van je paard?
Vooral bij paarden met de neiging tot spijsverteringsproblemen, maar ook bij gezonde paarden, is het belangrijk om de darmflora gezond en goed in balans te houden. Gebruik de volgende (voer)tips om het maagdarmkanaal van je paard optimaal te ondersteunen:
Volg zoveel mogelijk het natuurlijke eetgedrag van je paard: zorg voor voldoende ruwvoer (1,5 - 2,0% van het lichaamsgewicht per dag) en vermijd lange onderbrekingen (tot maximaal 4 uur). Controleer je ruwvoer ook regelmatig op schimmel en giftige planten.
Laat de tanden van je paard regelmatig controleren door een gespecialiseerde paardentandarts.
Kies voor een krachtvoer of supplement dat speciaal gemaakt is om de darmflora van je paard te ondersteunen, zoals Pavo GutSecure of Pavo GutHealth. Pavo GutSecure is een complete, uitgebalanceerde muesli voor paarden met een gevoelige darm. Naast dat het een stabiele darmwerking bevordert, bevat het ook alle dagelijkse vitaminen en mineralen voor paarden die lichte arbeid verrichten. Pavo GutHealth is een supplement dat je aan ieder rantsoen kunt toevoegen bij spijsverteringsstoornissen, stress of verandering in het rantsoen.
Voorkom acute veranderingen in het rantsoen. Neem altijd minimaal 7 tot 10 dagen de tijd om naar een nieuw voer om te schakelen door steeds een beetje minder van het oude en meer van het nieuwe te geven.
Een overmaat aan suiker en zetmeel kan voor verdere irritatie van de maagwand zorgen. Daarom is het belangrijk dat de maximale hoeveelheid suiker- en zetmeelopname van 1 gram / kg lichaamsgewicht niet overschreden wordt. Vermijd grote hoeveelheden krachtvoer per maaltijd en voer meerdere keren per dag kleinere porties.
Voorkom stress door zoveel mogelijk aan de belangrijkste basisbehoeften van paarden te voldoen: voldoende ruwvoer, dagelijkse beweging contact met soortgenoten.
Ook parasieten kunnen spijsverteringsproblemen veroorzaken. Laat de mest van je paard regelmatig controleren en zorg voor een passend ontwormbeleid.
Controleer de mest ook regelmatig op zand en help je paard de darmen schoon te maken na een positieve zandtest met Pavo SandClear.
Zorg dat je voorbereid bent op een koliekaanval. Pavo IntestoFin is een mix van heilzame oliën en gebruik je als eerste hulpmiddel om buikkrampen en pijn te verlichten bij een verstoring van de spijsvertering. Dit flesje is onmisbaar in jouw stalapotheek!
De darmen worden altijd blij van extra vezels, zoals Pavo SpeediBeet of FibreBeet. Beide producten zijn (deels) gemaakt van ontsuikerde bietenpulp. Bietenpulp is rijk aan het prebioticum pectine, dat een beschermend laagje vormt in de maag en een positief effect heeft op de groei van gezonde darmbacteriën. Daarnaast voer je deze producten geweekt, wat het vochtgehalte na diarree weer kan herstellen.
Voeding en training
Spierbevangenheid
Spierbevangenheid is een nare aandoening bij een paard. De rug, lendenen en kruisspier van je paard verkrampen, waardoor hij moeite krijgt met bewegen. Meestal zie je na tien minuten tot een kwartier na aanvang van het werk een reactie. Bij een spierbevangen paard is de juiste behandeling bepalend voor het herstel, dus we vertellen je hier graag wat meer over.
Een spierbevangen paard: de oorzaken
De oorzaken van spierbevangenheid worden nog steeds onderzocht, maar tot nog toe zijn er enkele oorzaken bekend van spierbevangenheid:
Teveel krachtvoer (teveel suikers en zetmeel) in verhouding tot de hoeveelheid beweging. Deze variant staat vaak nog bekend als Maandagziekte. Paarden die tijdens rustdagen geen aangepast rantsoen krijgen, kunnen de volgende dag al spierbevangen raken.
Teveel opwinding of spanning (vaak erfelijk bepaald).
Over-inspanning, wanneer het paard of pony veel zwaarder moet werken dan het gewend is.
Kou door wind en/of regen op de spieren na (zware) inspanning waardoor het paard teveel gaat afkoelen en verkrampen.
Daarnaast zijn er verschillende erfelijke aandoeningen die ervoor zorgen dat een paard sneller spierbevangen raakt, zoals PSSM1, PSSM2 en HYPP. PSSM1 komt vooral bij Quarters, Paints, Appaloosa’s, Tinkers, Haflingers en trekpaarden voor, al is de aandoening ook bij warmbloeden gevonden. Paarden met PSSM1 hebben een probleem met de suikeropslag, waardoor ze het suiker uit de bloedbaan veel sneller opnemen en transporteren in de spieren. Daarnaast bouwen ze erg veel glycogeen op in de spieren, waardoor de paarden bij beweging een verstoorde energiehuishouding hebben en spierbevangen kunnen raken.
Drie niveaus van spierbevangenheid
Bij paarden onderscheiden we drie niveaus van spierbevangenheid: licht, middel en zwaar.
Licht: het paard staat met omhoog gebogen rug en is stijf in de achterhand.
Middel: het paard wil niet graag lopen, heeft een stijve en sterk verkorte pas, trilt en knikt in de achterhand. De spieren van de achterhand kunnen stijf, gezwollen en pijnlijk zijn. De urine kan roodbruin zijn.
Zwaar: het paard weigert om te lopen, is sterk bezweet, angstig, heeft wijde neusgaten, de hart- en ademfrequentie zijn verhoogd en de urine is roodbruin. Het paard wil misschien zelfs graag liggen en komt liever niet overeind.
Dit kun je doen bij een spierbevangen paard
Er zijn een aantal dingen die je kunt als je vermoedt dat je paard spierbevangen is. Bij acute spierbevangenheid moet je sowieso altijd direct je dierenarts bellen. Als het om een ernstige vorm gaat, kun je door snel te handelen spierschade zoveel mogelijk beperken. Tips die je in de tussentijd kunt doen:
Geef je paard ondertussen zoveel mogelijk rust. Laat hem of haar niet verplicht lopen en vervoer hem zo min mogelijk, als het echt nodig is overleg dit dan eerst met de dierenarts. Een trailerrit kan namelijk voor nog meer schade zorgen. Vaak zal de dierenarts na aankomst direct een infuus aanbrengen om de nieren te ontlasten bij de afvoer.
Hou je paard warm onder een deken en zorg dat hij uit de wind staat. Heb je geen deken bij de hand, leg dan je jas over de achterhand.
Zet hem in een ruime box, zodat je paard zich niet kan bezeren.
Geef hem onbeperkt hooi dat laag in het suiker staat en laat hem voldoende drinken. Om zeker te weten hoeveel suiker er in je ruwvoer zit, kun je bij Pavo een Ruwvoer Quickscan laten doen.
Stel een rantsoen samen in overleg met dierenarts. Voer in ieder geval tijdelijk geen krachtvoer, maar alleen structuurrijk hooi (geen kuil) of ruwvoervezels uit Pavo SpeediBeet of Pavo DailyPlus.
Geef (tijdelijk) een voedingssupplement met een zeer hoge dosis vitamine C en vitamine B6, wat de versnelde afvoer van melkzuur uit de spieren stimuleert, zoals Pavo MuscleCare.
Een spierbevangen paard heeft daarnaast baat bij extra magnesium en vitamine E.
Spierbevangenheid en voeding
Naast dat je overbelasting van de spieren altijd moet voorkomen door een goede warming-up en cooling-down te doen, speelt voeding ook een belangrijke rol bij spierbevangen paarden. Hieronder een aantal punten om rekening mee te houden:
Een paard dat gevoelig is voor spierbevangenheid kun je het beste zo min mogelijk suiker en zetmeel geven. Kijk dus niet alleen naar het percentage suiker in je voer, maar ook naar het zetmeelgehalte. Deze waardes kun je terugvinden op het etiket van de voerzak. Een voorbeeld van een muesli met een laag suiker- en zetmeelgehalte is Pavo Care4Life, Pavo Nature’s Best en Pavo Ease&Excel.
Daarnaast is het advies om op dagen dat jouw paard minder inspanning hoeft te leveren, ook minder (energierijk) te voeren. Geef bijvoorbeeld de avond van tevoren al minder krachtvoer. De hoeveelheid hooi kan wel hetzelfde blijven of geef iets meer ter compensatie.
Belangrijk is ook dat je paard verdeeld over de dag zoveel mogelijk vrije beweging krijgt. Laat hem dus niet 23 uur achter elkaar op stal staan!
Als je paard meer energie nodig heeft, kan o.a. plantaardige olie bijgevoerd worden; bijvoorbeeld 150-200 ml per dag. Olie is een energiebron die alleen aëroob (met zuurstof) verbrand kan worden. Lijnzaadolie is dan het meest geschikt voor gevoelige paarden. Bij deze manier van verbranding wordt geen melkzuur gevormd, zoals bij energie uit zetmeel en suikers wel het geval kan zijn. Bouw het voeren van de olie wel voorzichtig op.
En uiteraard: geef ruim voldoende ruwvoer! Let er wel op dat de suikerwaarde niet te hoog is. Laat bij twijfel een ruwvoeranalyse uitvoeren, bijvoorbeeld met de Pavo Ruwvoer Quickscan.
Na herstel van spierbevangenheid
Wanneer je paard weer hersteld is en je weer aan het trainen bent, kun je hem dagelijks een spierverzorgend supplement geven met vitamine E, vitamine C en selenium, zoals Pavo Eplus. Dit draagt bij om spierverzuring te voorkomen en zorgt ervoor dat de spieren langer soepel blijven tijdens inspanning. Als je paard vaak last heeft van spierstijfheid of heel snel spierbevangen raakt, dan kun je ook dagelijks preventief Pavo MuscleCare voeren. Dit supplement zorgt ervoor dat de afvalstoffen in de spieren sneller worden afgevoerd.
Voeding en training
Likstenen voor paarden: wat is het verschil?
Een liksteen biedt je paard de mogelijkheid om dagelijks zout en andere mineralen op te nemen. Er zijn verschillende soorten likstenen te krijgen, maar niet allemaal zijn ze even gezond voor paarden. Maar wat is het verschil?
Likstenen in alle soorten en maten
Mensen eten veel te veel zout. Maar hoe zit dat bij paarden? Die eten juist gemiddeld genomen te weinig zout. Vooral in de zomermaanden gaat er veel verloren via zweet dat via ruwvoer en gewoon krachtvoer niet voldoende wordt aangevuld. Niet alleen bij sportpaarden, maar ook een flinke buitenrit kan jouw paard al een zouttekort bezorgen. Om aan zijn natuurlijke behoefte te voldoen zal je daarom zout aan het rantsoen moeten toevoegen. De eerste stap is het ophangen van een liksteen, maar welke? Likstenen zijn er in alle soorten en maten:
Gewone witte likstenen van 10 kg (KNZ standaard of Rockies Zout)
Deze zijn prima voor paarden en bevatten naast zout (natriumchloride) ook wat magnesium en eventueel zink, koper, jodium en selenium.
Witte likstenen speciaal voor grazend vee
Niet geschikt voor paarden, de mineralensamenstelling is speciaal afgestemd op koeien.
Rode mineralen likstenen (KNZ)
Deze liksteen bevat naast zout extra mineralen en sporenelementen, maar is niet zo geschikt voor paarden vanwege het toegevoegde ijzer. IJzertekort komt in Nederland bijna nooit voor, ijzervergiftiging daarentegen wel. Steeds meer liksteenfabrikanten laten daarom ijzer weg uit de stenen. De rode liksteen zal daarom langzaam maar zeker verdwijnen. De nieuwe varianten zonder ijzer zijn wat meer beige van kleur.
Himalaya liksteen
Een Himalaya liksteen is prima geschikt voor paarden en lijkt erg op het standaard 10kg witte (KNZ) zoutblok. Het bevat ook een fractie aan andere mineralen en sporenelementen. De roze kleur komt van de roestdeeltjes (geoxideerd ijzer) van het gesteente waar het uitkomt. Veel paarden vinden deze wat lekkerder dan de standaard witte KNZstenen.
Likstenen met een smaakje
Deze zijn vaak vooral bedoeld als lekkernij. Deze zijn dan ook niet zo geschikt als liksteen voor paarden, omdat ze dan geen zout opnemen naar behoefte, maar de steen als snoepgoed zien en de steen vaak binnen korte tijd volledig opeten. Daarnaast is het onnodig kostbaar.
Bijzondere likstenen met extra magnesium, knoflook of biotine
Deze likstenen bevatten weliswaar de gewenste mineralen of kruiden, maar dit is zeker niet voldoende voor een paard dat het nodig heeft. Heeft jouw paard biotine nodig? Dan kun je beter een biotinesupplement, zoals Pavo BiotinForte bijgeven. Een liksteen met biotine is namelijk duurder en voorziet niet in een dagelijkse aanvulling.
Hang een liksteen op in de stal of in de wei of paddock onder een afdakje. Zout is oplosbaar in water dus ook in regen. Leg hem niet in de voerbak, daarmee dwing je je paard zout op te nemen, ook als hij daar geen behoefte aan heeft. Daarnaast is de voerbak tijdens en na het eten vochtig waardoor de steen sneller oplost dan nodig is.
Himalaya liksteen voor je paard
Voor ieder paard is het fijn om een liksteen in de wei, paddock of stal te hebben. Een Himalaya liksteen is een populaire optie. Hij lijkt veel op het standaard witte zoutblok, maar veel paarden hebben toch de voorkeur voor een Himalaya zoutblok. Besef als eigenaar echter wel dat je de hoeveelheid zout die je paard nodig heeft als hij veel zweet door warm weer of intensief sporten, niet kunt aanvullen met alleen een liksteen. Je paard neemt niet vanzelf genoeg op om de dagelijkse behoefte te vervullen. Extra aanvulling is bij veel zweten dus nodig.
Keukenzout in plaats van liksteen voor paarden
Tijdens het zweten verliest het paard voornamelijk natirum, kalium, chloride, calcium en magnesium. Met het toevoegen van keukenzout of tafelzout, ofterwijl natriumchloride, wordt enkel natrium en chloride aangevult en dus niet alle elektrotlyten die verloren gaan met hevig zweten.
Lees hier meer over wanneer je zout en elektrolyten bij je paard moet aanvullen.
Supplement als aanvulling op een liksteen
Hoeveel zweet een paard eigenlijk? Bij een temperatuur van 20 graden en lichte/matige arbeid (30 min. stap, 20 min. wisselend tempo draf) verliest een paard ongeveer 4 liter zweet. Deze 4 liter zweet bevat ongeveer 40 gram lichaamszouten. Bij diezelfde 20 graden, maar dan matige/zware arbeid (20 min. stap, 20 min. draf en 20 min. galop) verliest een paard maar liefst 10-12 liter zweet, en daar zit 100 gram zout in.
In dat geval is het beter om - eventueel naast een liksteen - een speciale electrolytenmix door het voer te mengen (bijvoorbeeld door een lekkere maaltijd Pavo SlobberMash). Pavo E'lyte en Pavo ReHydrate bevatten beide niet alleen natriumchloride, maar ook de andere belangrijke lichaamszouten (elektrolyten) die je paard door het zweten verliest.
Voeding en gezondheid
10 tips om een mager paard dikker te krijgen
Is je paard te mager? Als je paard achter de ribben, bij de flanken, is ingevallen, dan duidt dat op een ruwvoertekort. Als je de ribben van je paard kan zien en de achterhand is ingevallen (heupbeenuitsteeksels zijn goed te zien), dan is je paard inderdaad te mager. Het kan ook zijn dat je paard misschien niet echt mager is, maar wat meer bespiering moet krijgen.
Oorzaken van een mager paard
Als je paard te weinig gewicht heeft, kan dat verschillende oorzaken hebben:
De voeding is niet energie- en eiwitrijk genoeg geweest
Je paard kan een worminfectie hebben
Het gebit kan niet goed in orde zijn, waardoor het voedsel niet goed verteerd wordt
Bij een ouder paard kan het verteringsstelsel minder efficiënt worden, waardoor het dier mager wordt
Je paard kan vermagerd zijn door een ziekte
Een mager paard dikker krijgen
Wanneer je paard te mager is, is het verstandig om eerst naar de oorzaak te kijken. Misschien krijgt hij gewoon te weinig energie binnen, dan is het een kwestie van meer vezels, vetten en eiwitten voeren. Maar hij kan ook iets onder de leden hebben waardoor hij te mager is. We geven je 10 tips die je kunnen helpen om je magere paard weer op gewicht te krijgen.
1. Laat een bloed- en mestonderzoek doen
Als je paard niet simpelweg te weinig voer krijgt, kun je een bloedonderzoek laten doen. Bij een bloedonderzoek let je op ziektekundige oorzaken van ondergewicht. Zo wordt er gekeken of de lever, nieren en darmen van je paard naar behoren werken. Of dat er misschien ontstekingsprocessen of een virus een rol spelen. Bij het mestonderzoek wordt gekeken naar eventuele wormen en zand in de mest. Beide onderzoeken kun je door een dierenarts laten uitvoeren.
2. Controleer het gebit
Als een paard een probleem aan het gebit heeft, kan het zomaar zijn dat hij minder eet en daardoor afvalt. Laat daarom ook altijd even de tanden controleren door de tandarts. Paarden met een verminderde gebitsfunctie hebben moeite met lange vezels zoals hooi en kuil. Pavo SeniorFibre is een makkelijk te eten ruwvoermix van (korte) vezels en dus geschikt als ruwvoervervanger, zoals: hooi & kuilvoer.
Als de tanden en het bloed- en mestonderzoek goed zijn, kun je een speciaal voedingsschema op gaan stellen om een toename in gewicht te stimuleren. Je dierenarts zou je hier goed bij kunnen helpen of vraag advies aan de voedingsdeskundigen van Pavo. Heeft je paard moeite met het eten van ruwvoer,
3. Zorg voor ruwvoer van goede kwaliteit
Van arm vogeltjeshooi en -stro kunnen paarden niet groeien. Geef een paard dat dikker moet worden goed voedzaam hooi of voordroogkuil en vermijd grofstengelig en moeilijk verteerbaar ruwvoer. De kwaliteit en de voedingswaarde van ruwvoer kunnen per partij verschillen. Wil je zeker weten dat de kwaliteit van je hooi goed is, dan moet je het laten testen. Dit kan door een ruwvoermonster te laten testen met de Pavo Ruwvoer Quickscan: een snelle een eenvoudige manier om er achter te komen hoeveel suiker, eiwit en energie er in je ruwvoer zit.
Drogestofgehalte
Gemiddeld zien we in voordroogkuil voor paarden een drogestof-gehalte van 650 – 700. Dat betekent dat het ruwvoer voor 65 - 70% bestaat uit droge stof en voor 30-35% uit water. Van voordroogkuil moet je relatief gezien veel kilo’s voeren, omdat een groter deel enkel vocht is.
Energiewaarde
Ook kun je kijken naar de energiewaarde en het VREp-gehalte (Verteerbaar Ruw Eiwit paard). Deze zouden beide redelijk hoog moeten zijn om een mager paard te laten aankomen. De gemiddelde energiewaarde in de droge stof is 0,65 EWpa (Energie Waarde paard). De gemiddelde VREp waarde is 78 gram per kg droge stof.
Vitaminen, mineralen en sporenelementen
Als het ruwvoer van bemeste grond af komt zijn de gehaltes aan mineralen en spoorelementen meestal wel in orde. Dat is anders voor onbemeste grond. Dan is een aanvulling via krachtvoer of een supplement vaak noodzakelijk.
4. Geef onbeperkt ruwvoer
Geef een mager paard onbeperkt ruwvoer. Van nature zoeken paarden de hele dag naar voedsel. Als er onbeperkt ruwvoer beschikbaar is, dan zal je paard ook de hele dag kunnen eten en dus sneller op gewicht komen. Mocht er niet genoeg ruwvoer beschikbaar zijn dan kan Pavo FibreNuggets een oplossing bieden. Deze grasbrokken zijn rijk aan vezels en bevatten een constante kwaliteit. Geschikt voor ieder paard en rantsoen en ook voor oudere paarden makkelijk te eten.
5. Geef je paard (meer) weidegang
Van weidegang komen paarden vaak het snelst op gewicht. Vers gras bevat meer energie en eiwit dan hooi en kuil. Zorg daarom dat je paard, als dit mogelijk is, lekker veel gras kan eten. Veel paarden staan in de winter minder in de wei dan in de zomer. In de winter groeit het gras niet en zijn de gehaltes lager. Daarom zie je vaak dat paarden in het najaar en de winter wat terugvallen in gewicht. Hou in het weideseizoen wel rekening met het fructaangehalte in het gras, helemaal als je paard gevoelig is voor suikers.
6. Kies voor geëxpandeerde brokken en/of gepofte muesli
Probeer een paard of pony die moet aankomen energierijke en goed verteerbare voeding te geven. Kies daarom voor krachtvoer met gepofte granen waarbij de granen door verhitting ontsloten zijn, zoals Pavo SportsFit. De grondstoffen zijn onder druk verhit, waardoor het zetmeel bijna volledig verteerbaar is in de dunne darm. In de blinde- en dikke darm wordt vervolgens veel minder melkzuur gevormd. De zuurgraad verlaagt hierdoor niet en er ontstaan geen gifstoffen vanwege het afsterven van micro organismen.
7. Geef een olie- of vetrijk rantsoen
Olie is een bron van duurenergie. Je paard krijgt er meer energie van, maar wordt niet heet. Voeg plantaardige olie toe aan het rantsoen zoals bijvoorbeeld Pavo OmegaFit of Pavo LinseedOil of kies een krachtvoer met een wat hoger vet- of oliegehalte. Voer je sportpaard bijvoorbeeld Pavo SportsFit (muesli), Pavo Performance (brokken) of de toppings Pavo TopSport of Pavo RiceBran.
Pavo 18Plus is afgestemd op de behoefte van oudere paarden. Denk ook eens aan een slobber als Pavo SlobberMash als extraatje!
8. Stem het rantsoen af op de hoeveelheid arbeid
Pas altijd je rantsoen aan op de arbeid die je paard moet verrichten. Wanneer je flink traint en je paard wat schraal wordt, dan betekent dit dat je te weinig energie en eiwit voert in verhouding tot de arbeid die je paard verricht. Het is aan te raden om dan over te schakelen op een energierijkere brok of muesli of een extra topping, zoals Pavo TopSport.
9. Geef je paard voldoende eiwit
In voer speciaal voor dragende en lacterende merries en jonge paarden zit altijd een verhoogd eiwitgehalte, omdat deze paarden moeten groeien. Een merriebrok, zoals Pavo PodoLac, is voor een mager paard dus zeker een idee, omdat je dan ook de spierontwikkeling ondersteunt. Een oud paard heeft een minder efficiënt verteringsstelsel en kan eiwitten minder goed verteren dan een jonger paard. Een oud paard heeft daardoor relatief meer eiwit nodig in het rantsoen om op gewicht te blijven en spieren te behouden. Daarvoor heeft Pavo 18Plus: het voer speciaal afgestemd op oudere paarden en met een verhoogd eiwitgehalte.Voor dunne paarden is ook Pavo WeightLift een goede optie. Dit voer is graanvrij, maar zeer hoog in vezels en eiwitten. Voer je al voldoende krachtvoer en wil je niet perse extra energie, dan is een exclusieve eiwitbron, zoals Pavo ProteinPlus de ideale oplossing!
10. Help de darmgezondheid met ontsuikerde bietenpulp
Bietenpulp is een heel goede aanvulling voor paarden die mager zijn. Een voorbeeld van ontsuikerde bietenpulp is Pavo SpeediBeet. Dit product bevat pectine, een oplosbare vezel die nog beter verteerbaar is dan de vezels in ander ruwvoer. Hierdoor is deze bietenpulp een fantastische bron van heel veel langzaam vrijkomende energie en perfect geschikt voor alle soorten paarden en pony's. Pectine heeft een prebiotische werking. Dit betekent dat de vezels de groei van gezonde bacteriën in de darmen ondersteunen. Als je paard echt mager is, of bijvoorbeeld moeite heeft met de opname van 'normaal' ruwvoer, is Pavo FibreBeet een betere keuze. Dit is een mix van Pavo SpeediBeet verrijkt met luzerne voor extra eiwitten. Door deze combinatie is het een veilige en gezonde 'dikmaker' en ideaal voor magere (oude) paarden en (sport)paarden met een arme bespiering. Doordat je beide producten eerst met water moet weken, voordat je het voert, is het heel geschikt voor (oude) paarden met gebitsproblemen.
Lees hier meer over bietenpulp voor paarden.
Paard dikker krijgen: dit moet je vooral NIET doen
Als je een paard dikker wilt krijgen, zijn er ook een paar ‘tips’ die je veel in de wandelgangen hoort, maar vooral NIET moet doen. Geef nooit grote hoeveelheden geplette maïs, ingekuilde maïs of maïsmeel om een mager op gewicht te krijgen. Maïs kan er wel voor zorgen dat het paard snel dikker wordt, maar maïs is erg moeilijk te verteren voor een paard. Wanneer onverteerde maïs in de dikke- en blinde darm terecht komt, kan gaskoliek of diarree ontstaan. Pas hier dus mee op!
Voeding en training
Stalondeugden bij paarden
Stalondeugden zijn gedragingen die een paard zichzelf heeft aangeleerd wanneer hij zich langdurig verveelt of stress ervaart. Stalondeugden werken verdovend en zijn zeer verslavend. Om het gedrag echt af te leren moet je als paardeneigenaar eerst op zoek gaan naar de oorzaak van het probleem.
Wat zijn stalondeugden?
In de natuur graast een paard al lopend 14 tot 16 uur per dag samen met zijn soortgenoten. Tegenwoordig worden veel paarden individueel gehouden in een stal met beperkte toegang tot ruwvoer en soortgenoten. Dit kan ervoor zorgen dat een paard zich gaat vervelen en/ of stress ervaart. Als gevolg van verveling en stress kunnen paarden stalondeugden laten zien. Stalondeugden zijn gedragingen die een paard zichzelf heeft aangeleerd. Stalondeugden zijn stereotiep: doelloze gedragingen die zich steeds herhalen. Wanneer een paard een stalondeugd uitvoert wordt het stofje endorfine aangemaakt. Endorfine werkt verdovend, rustgevend en is hierdoor zeer verslavend. Doordat het paard steeds meer verlangd naar dat fijne gevoel van de endorfine zal het paard steeds meer stalondeugden laten zien. Als een paard eenmaal verslaafd is geraakt aan de endorfine hoeft de stressfactor niet meer aanwezig te zijn om toch de stalondeugd uit te voeren.
Er zijn verschillende soorten stalondeugden waaronder: weven, kribbebijten, luchtzuigen en boxlopen.
Stalondeugd weven
Wanneer een paard dwangmatig en langdurige van zijn linker op zijn rechterbeen wiebelt en daarbij zijn hoofd en hals meebeweegt noemen we dit weven. Weven kan zorgen voor slijtage aan de hoeven en het bewegingsapparaat. In extreme gevallen kan weven zelfs zorgen voor abnormale spierontwikkeling. Paarden die weven staan altijd met de voorbenen iets uit elkaar.
Kribbebijten paard
Een ander voorbeeld van een stalondeugd is kribbebijten. Kribbebijten en luchtzuigen worden vaak door elkaar gehaald. Bij beide stalondeugden kantelt het paard het hoofd iets naar achteren en zuigt het paard lucht de slokdarm in. Wanneer paarden tijdens deze handeling van luchtzuigen ook de tanden vastzetten op een object wordt de handeling niet luchtzuigen maar kribbebijten genoemd. Bij paarden die lucht naar binnen zuigen is er een verhoogd risico op maagzweren. Paarden die kribbebijten hebben daarnaast ook een verhoogd risico op beschadiging van het gebit. De voorste snijtanden zijn bij paarden die kribbebijten vaak beschadigd.
Kun je stalondeugden bij paarden afleren?
Er zijn verschillende hulpmiddelen te koop, zoals een luchtzuigband, muilkorf of antiweefrek, die het gedrag van stalondeugden tegengaan. Een groot nadeel van deze ‘hulpmiddelen’ is dat deze de oorzaak van het ontstaan van het gedrag niet wegnemen! Om het gedrag van stalondeugden echt af te leren moet je als paardeneigenaar opzoek gaan naar de oorzaak van het probleem. Belangrijk daarbij is dat je ervoor zorgt dat je paard zo natuurlijk mogelijk gehouden wordt.
Gedrag afleren is niet gemakkelijk en ook lang niet altijd mogelijk, geduld is hierbij zeer belangrijk! Ook voor stalondeugden geldt: voorkomen is beter dan genezen.
Tips om stalondeugden te voorkomen
Belangrijk bij het voorkomen van stalondeugden is het zo natuurlijk mogelijk houden van paarden.
Veel contact met soortgenoten, een paard is immers een kuddedier.
Zoveel mogelijk toegang tot ruwvoer. Paarden in de natuur grazen tot wel 16 uur per dag! Grasbrokken, zoals Pavo FibreNuggets (geweekt voeren) of FibreNuggets Hard (droog voeren) kunnen uitkomst bieden als aanvulling op het ruwvoer in het rantsoen.
Dagelijks voldoende beweging in de vorm van weidegang of paddock. Vergeet niet dat wanneer je je paard in de paddock zet je hem ook hier toegang geeft tot voldoende ruwvoer.
Wissel je trainingen regelmatig af. Iedere dag hetzelfde rondje in dezelfde bak is erg saai voor je paard.
Geef je paard een stal met uitzicht, paarden vinden het fijn om rond te kunnen kijken.
Zorg dat je paard voldoende afleiding heeft en zich niet hoeft te vervelen.
Ook zijn er verschillende speeltjes te koop die verveling tegen moeten gaan, zoals voerballen of speelballen.
Voeding en gezondheid
De basis voerbehoefte van je paard
Verschillende bouwstenen in het voer dragen bij aan de gezondheid van je paard. Zowel ruwvoer als krachtvoer bevatten voedingsstoffen die energie leveren, zorgen voor herstel en groei van het lichaam van je paard. Maar wat is nou de basis voerbehoefte van je paard en hoe krijgt hij ze binnen?
Ruwvoer bestaat onder andere uit koolhydraten, water, vezels, suikers, eiwitten, vitamines en mineralen. Krachtvoer is daarnaast nog aangevuld met zetmeel en plantaardige vetten. Al deze voedingsstoffen hebben verschillende functies voor je paard.
De basis voedingsbehoefte van je paard
Wat een paard naast zijn ruwvoer nodig heeft aan vitamine, mineralen en sporenelementen, krachtvoer of supplementen, hangt van een aantal factoren af. De behoefte aan voer wordt onder andere bepaald door wat het paard doet (mate van arbeid), zijn gewicht en bouw, en hoe warm het buiten is. Om de behoefte aan voeding te dekken heb je aanbod nodig: dit aanbod komt uit ruwvoer en eventueel uit aanvullende producten.
Aangezien het belangrijkste aanbod van voedingsstoffen uit het ruwvoer komt, is de kwaliteit van dit ruwvoer voor een groot gedeelte bepalend voor wat een paard precies binnenkrijgt aan voedingsstoffen. Daarnaast is het belangrijk wat voor type paard je hebt, hoeveel werk hij of zij verricht en, als het een merrie is, of ze een veulen zoogt. Dit bepaalt samen wat je paard eventueel nog aanvullend nodig heeft. De kwaliteit van je ruwvoer kun je testen met de Pavo Ruwvoer Quickscan. Een snelle en handige manier om erachter te komen hoeveel suiker, energie en eiwit er in je ruwvoer zit. Met deze informatie kun je vervolgens een nog betere aanvulling kiezen.
Koolhydraten
Koolhydraten zijn te onderscheiden in complexe en in water oplosbare koolhydraten. Oplosbare koolhydraten zijn suikers en zetmeel en worden afgebroken door enzymen in de maag en dunne darm. Dit levert het paard veel energie op. Het is belangrijk dat de afbraak van oplosbare koolhydraten goed gebeurt, omdat anders suiker en zetmeel in de dikke darm terecht komen die de darmflora kunnen verstoren. En daarmee heeft je paard meer kans op gaskoliek en hoefbevangenheid.
Naarmate gras ouder wordt, bevat het meer vezels. Deze vezels zijn te complexe koolhydraten om te verteren. Alleen in de dikke darm van het paard kunnen deze vezels worden afgebroken tot nuttige voedingsstoffen. Hier zorgen de bacteriën voor. Zonder voldoende vezels kan de vertering van het paard niet functioneren. Als de dikke darm niet voldoende actief is, is er kans op allerlei verteringsproblemen en ziektes bij het paard, zoals koliek of hoefbevangenheid. Pavo Speedibeet en Pavo Fibrebeet kunnen een oplossing bieden. Deze vezelrijke producten zijn goed opneembaar voor de dikke darm en zeer laag in suiker/zetmeel. Voor een goede ondersteuning van de darmflora.
Eiwitten
De eiwitten die een paard uit voeding haalt, worden in het gehele spijsverteringskanaal afgebroken tot aminozuren, die alleen in de dunne darm goed worden opgenomen. Deze aminozuren zijn essentiële bouwstoffen voor het goed functioneren van het lichaam. Het paard gebruikt ze bijvoorbeeld bij groei, de spierontwikkeling, vacht, hoeven en huid, bloedlichaampjes en vervanging van lichaamseiwit. Het paard kan ook enkele aminozuren zelf aanmaken, die hoeven dus niet in het voer te zitten.
Eiwitgehalte in paardenvoer
Eiwit is een belangrijke bouwsteen voor het lichaam, het speelt een belangrijke rol bij herstel van weefsel en opbouw van spieren. Het moment van maaien en de mate van bemesting heeft erg veel invloed op het eiwitgehalte. Eiwit komt vooral uit het blad van de grasplant, uit de stengel komt nauwelijks eiwit. Als gras laat gemaaid wordt (bijvoorbeeld pas halverwege juni of begin juli) dan is het aandeel stengel zeer hoog en bevat het hooi relatief weinig blad. Daarmee neemt de energiewaarde en het eiwitgehalte van het hooi flink af. Een lage energiewaarde is ideaal voor normale paarden, maar minder ideaal voor paarden die in de topsport lopen of die ingezet worden in de fokkerij, deze paarden hebben een behoorlijke behoefte aan eiwit en lopen kans op tekorten.
We gebruiken bij paardenvoer de termen Ruw Eiwit (RE) en Verteerbaar Ruw Eiwit paard (VREp). Ruw Eiwit is de totale hoeveelheid eiwit in het ruwvoer, Verteerbaar Ruw Eiwit geeft aan hoeveel eiwit er ook werkelijk door het paard verteerd kan worden. Rekenvoorbeeld: als je je paard 10 kg hooi geeft en de hoeveelheid Verteerbaar Ruw Eiwit (VREp) is 60 gram per kilo hooi (de hoeveelheid die een normaal sportpaard binnen moet krijgen), dan krijgt je paard ook echt 600 gram eiwit per dag binnen.
Hoeveel eiwit heeft je paard nodig?
Het totaal eiwitgehalte in ruwvoer moet voor 'normale' paarden die recreatief of licht worden gereden minimaal 60 gram per kilo droge stof zijn, maar zou voor fokmerries en paarden die hard moeten werken bij voorkeur boven de 100 gram per kilo droge stof moeten zijn. Veel ruwvoeders bevatten voor de echte sportpaarden en fokmerries te weinig eiwit: dat zal dus via het krachtvoer moeten worden aangevuld. Overige paardeneigenaren hoeven zich alleen maar zorgen te maken over de aanvulling van vitaminen, mineralen en sporenelementen. Dit kan met de balancer Pavo Vital of Pavo DailyFit koeken.
Hoeveel energie heeft een paard nodig?
De energiebehoefte van sportpaarden ligt - afhankelijk van de intensiteit van de arbeid - ergens tussen de 7,1 en 11,0 EWpa (Energie Waarde paard) per dag. Kijken we naar het gemiddelde hooi/kuil dat aan paarden gevoerd wordt in Nederland, dan zit er in elke kilo 0,47 EWpa (0,61 EWpa per kg droge stof). Om de energiebehoefte te dekken van 7,1 EWpa per dag zou je daarvan dus 15 kilo hooi moeten voeren. En om de energiebehoefte te dekken van een topsportpaard die 11,0 EWpa per dag nodig heeft, zou je 23 kilo van het gemiddelde hooi uit Nederland moeten voeren. Dat gaat dus niet. Vandaar dat sportpaarden over het algemeen krachtvoer nodig hebben om de hogere energiebehoefte te dekken, zoals Pavo TopSport, Pavo SportsFit of Pavo Ease&Excel.
Suikergehalte in paardenvoer
De grootste hoeveelheid suiker die paarden op een dag binnenkrijgen komt via het gras of het hooi. Een te hoog suikergehalte kan leiden tot overgewicht, hoefbevangenheid en insulineresistentie. Het is dan ook terecht dat er veel aandacht is voor suiker in de voeding van probleempaarden. Let daarbij niet alleen op gehaltes (en hoeveelheden) in het krachtvoer, maar juist ook op de gehaltes in het gras, kuil en hooi dat je voert. Hier krijgen ze namelijk veel meer kilo’s van binnen per dag.
Tussen het suikergehalte van hooi, gras en kuil zitten verschillen. Gemiddeld zit er in hooi en voordroogkuil 100 gram suiker per kilo droge stof. Oftewel 10 procent van de droge stof in hooi of kuil is suiker. Als een paard 10 kg droge stof hooi eet (dat is ongeveer 11,5 kilo hooi), eet hij een kilo suiker. Zet het paard volop in het gras en hij krijgt minstens 2kg suiker per dag binnen!
Het suikergehalte in het hooi of kuil kan ook sterk verschillen. Als gras ‘s ochtends gemaaid is, dan is het suikergehalte beduidend lager dan wanneer het aan het eind van de middag gemaaid is. Het suikergehalte in ruwvoer zou optimaal normaal tussen de 40 en 100 gram per kilo droge stof moeten komen te liggen. Komt het suikergehalte boven de 140 gram, dan is dat te hoog.
Vitamines, mineralen en sporenelementen
Uit onze ruwvoermonitor blijkt dat het ruwvoer dat we in Nederland voeren bijna altijd tekorten heeft in de sporenelementen zink, koper en selenium. Mineralen zijn betrokken bij belangrijke lichaamsfunctie. Van de mineralen zijn vooral calcium, fosfor en magnesium belangrijk. Hiervan heeft het paard dagelijks veel nodig (d.w.z. in 'eetlepel' hoeveelheden).
Belangrijk voor de ruwvoerkwaliteit is de verhouding tussen calcium en fosfor, die voor sterke botkwaliteit zorgt. Normaal hoort die verhouding tussen de 1,5 en 2,5 op 1 te liggen. Dat betekent dat het calciumgehalte grofweg 2 maal zo hoog moet zijn als het fosforgehalte. Bij ruwvoer voor jonge paarden is een verhouding van 1,5 tot 2,0 op 1 ideaal.
De belangrijkste sporenelementen voor paarden zijn koper, zink, mangaan en selenium. Deze elementen heten sporenelementen, omdat paarden ze in zeer kleine hoeveelheden (milligrammen) per dag nodig hebben, maar ze hebben het wél nodig. Koper is belangrijk voor de botontwikkeling en hemoglobinevorming, en zink is nodig voor eiwitsynthese en stofwisseling. Selenium is een antioxidant en dus voor het immuunsysteem en de spieren belangrijk. Selenium is belangrijk, maar let op: het is giftig bij overdosering. Een ijzertekort is bij paarden eigenlijk nooit een probleem, in ruwvoermonsters zien wij juist (te)veel ijzer.
Voeding en gezondheid
Paardenvoer: verschillende soorten uitgelegd
Paardenvoer dat voor jouw paard het meest geschikt is, blijft een lastig onderwerp. Er zijn zoveel soorten en zoveel merken, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Waar moet je nu precies op letten bij het lezen van etiketten en het selecteren van de juiste producten om jouw paard gezond te houden?
Advies paardenvoer
Het meest belangrijke advies bij het kiezen van paardenvoer en het samenstellen van een goed rantsoen, is dat jij je paard goed kent. Jij weet welk ras je paard is, je kent zijn leeftijd, zijn temperament, de manier van huisvesten en hoeveel arbeid je dagelijks vraagt. Met deze informatie op zak kun je op zoek naar een geschikt voer.
Verschillende type paardenvoer
Naast ruwvoer als hooi en gras (1,5 tot 2% van het lichaamsgewicht per dag) kun je - op basis van de behoefte van je paard - het rantsoen aanvullen met verschillende typen paardenvoer.
Enkelvoudig ruwvoer, zoals bietenpulp, luzerne of grasbrokken. Zoals Pavo Speedibeet, Pavo Fibrebeet of Pavo FibreNuggets
Ruwvoermix (ook wel chaff of blend genoemd); mix van verschillende soorten ruwvoer. Voorbeel van een ruwvoermix is Pavo DailyPlus met gehakseld hooi, stro en luzerne.
Balancer; mix van vitaminen, mineralen en sporenelementen bedoeld om een ruwvoerrantsoen in balans te brengen. Een balancer, zoals Pavo Vital, is geschikt voor paarden die alleen ruwvoer of daarnaast weinig krachtvoer krijgen.
Supplementen; tijdelijke aanvulling bij speciale situaties.
Krachtvoer in de vorm van brokken (ook wel biks genoemd), zoals de basissportbrok Pavo Condition, Pavo AllSports en Pavo EnergyControl.
Krachtvoer in de vorm van muesli, zoals Pavo Nature’s Best, Pavo 18Plus, Pavo SportsFit en een graanloze variant als Pavo Care4Life.
Het grote verschil tussen brokken en muesli is dat bij brokken de grondstoffen gemalen en geperst zijn en bij muesli niet. Wat betreft voedingswaarde, kunnen muesli’s en brokken gelijk zijn aan elkaar, afhankelijk waar het product voor bedoeld is. Het enige verschil is de wijze van produceren. Het voordeel van muesli is dat het structuurrijker is (en je paard er dus langer op moet kauwen) en je kunt zien welke grondstoffen erin zitten. Voor het paard is het een maaltijd met meer afwisseling. Het nadeel is dat de kieskeurige paarden de minder lekkere elementen in het voer kunnen selecteren en laten liggen.
Welk paardenvoer is geschikt voor mijn paard?
Deze vraag is helaas niet zo simpel te beantwoorden, omdat dit afhangt van de eigenschappen en het karakter van je paard. De term ‘krachtvoer’ is bedoeld voor paardenvoeding die de energie uit het ruwvoerrantsoen aanvult.
Heb je een paard dat recreatief wordt gereden en/of eentje dat voldoende heeft aan de beschikbare energie in zijn ruwvoer, ga dan niet op zoek naar krachtvoer, maar zoek een ruwvoermix met een balancer uit.
Heb je een sportpaard, let dan vooral op de hoeveelheid vet/olie (energiebron) en het gehalte aan vitamine E (anti-oxidant).
Heb je een sober ras, kijk dan naar het gezamenlijke suiker/zetmeelgehalte. Weet je niet precies waar je op letten, vraag dan advies aan een specialist. Pavo heeft ook voedingsdeskundigen in dienst die je gratis verder kunnen helpen.
Waar kun je paardenvoer kopen
Tegenwoordig is het kopen van paardenvoeders gemakkelijk. De meeste mensen hebben een vaste voerleverancier of dealer in de buurt. Maar wist je dat je ook online paardenvoer kunt bestellen? Bijvoorbeeld in onze eigen Pavo webshop, maar er zijn ook verschillende webshops die meerdere merken aanbieden. Sommige voerleveranciers hebben ook een eigen webshop. Het is de moeite waard om je hier eens in te verdiepen, want vanaf een bepaalde hoeveelheid wordt het gratis bij jou voor de deur of op je stal afgeleverd. Interessant om met een groepje stalgenoten te doen bijvoorbeeld!
Paardenvoer zonder suiker
In de laatste jaren is er veel gezegd en geschreven over suikers in paardenvoeding. Onthoud dat we altijd spreken van het gezamenlijke aandeel suikers én zetmeel, omdat zetmeel in het paardenlichaam wordt afgebroken tot suikers. Suikers leveren zogenaamde ‘snelle’ energie. Heel geschikt voor sportprestaties waar veel energie voor nodig is, maar minder geschikt voor paarden die minder hard werken of van zichzelf al erg sober zijn. Kijk bij de keuze voor een speciaal product dan ook niet alleen naar de kreten op de verpakking zoals ‘speciaal voor Tinkers’, of ‘voor paarden die snel te dik worden’, maar bestudeer de samenstelling van het voer. Krachtvoer met een ‘laag suikergehalte’ mag al zo heten met minder dan 20% suiker én zetmeel samen.
Graanvrij paardenvoer
Er komt steeds meer vraag naar graanvrij paardenvoer. Op zich begrijpelijk, omdat paarden evolutionair gezien praktisch geen granen aten; die bestonden op wat wilde haver na simpelweg nog niet. Granen zijn als paardenvoer ingevoerd toen de werkpaarden geen ‘tijd’ hadden om de hele dag te grazen en voedsel te zoeken vanwege hun werk op het land. Van alle granen is haver het best verteerbaar voor paarden. Daarnaast zijn de moderne krachtvoeders, mits van kwaliteitsmerken, tegenwoordig zo bewerkt dat het zetmeel in de granen ontsloten wordt voor betere opneembaarheid. Dus als je paard om de één of andere reden onvoldoende energie uit ruwvoer kan halen, is krachtvoer een prima keuze. Kan hij wel voldoende energie uit ruwvoer halen, dan volstaat een balancer of ruwvoermix.
Wat zijn de juiste gehaltes?
Als je het ruwvoerrantsoen van je paard wilt aanvullen met krachtvoer, is het belangrijk dat je de juiste samenstelling van gehaltes vindt. Eigenlijk kun je pas echt gericht aanvullen als je weet hoeveel suiker, eitwit en energie er in je ruwvoer zit, aangezien dit veruit de grootste voedingsbron voor je paard is. Met de Pavo Ruwvoer Quickscan kun je het ruwvoer laten analyseren. Hieronder vind je een globaal overzicht van gehaltes waar je op kunt letten bij je krachtvoerkeuze.
Gehaltes
Benaming
%
Wanneer?
Ruwe celstof
Laag
<8%
Naast veel ruwvoer
Gemiddeld
9-11%
Naast beperkt ruwvoer
Hoog
>15%
Naast weinig ruwvoer
Ruw eiwit
Laag
<7%
Naast gras
Gemiddeld
8-10%
Naast hooi/ kuilvoer
Hoog
>12%
Merrie en veulen
Zetmeel & suiker
Laag
<20%
Insulineresistentie
Gemiddeld
30-32%
Sportpaard
Hoog
>35%
Topsport of rensport
Ruw eiwit
Laag
<3%
Dikke paarden
Gemiddeld
4-6%
Beetje extra energie nodig
Hoog
>7%
Magere paarden
Bron: Anneke Hallebeek, dierenarts specialist veterinaire diervoeding
Wat is natuurlijk paardenvoer?
Het verschil tussen natuurlijk en niet-natuurlijk, ofwel synthetisch, is dat natuurlijke voedingsstoffen in de natuur ontstaan en van plantaardige oorsprong zijn. Synthetische (of kunstmatige) voedingsstoffen zijn in een laboratorium gemaakt. Krachtvoer is samengesteld uit allerlei, zorgvuldig geselecteerde, natuurlijke grondstoffen, maar vitaminen en mineralen zijn echter vaak (deels) van synthetische oorsprong. Dit komt, omdat het toevoegen van natuurlijke vitaminen een kostbaar en ingewikkeld proces is.
Het proces om echt ‘natuurlijk’ voer te maken is ook anders. Het vindt plaats bij veel lagere temperaturen, waardoor de oorspronkelijke voedingsstoffen behouden. Het nadeel hiervan is de veel kortere houdbaarheid, omdat schadelijke schimmels en bacteriën niet worden gedood. Iedereen ziet graag zo min mogelijk conserveringsmiddelen in zijn paardenvoer, maar niemand wil een zak voer waar na enkele weken al de schimmel op staat. Of erger nog, het risico lopen dat je paard gevaarlijke bacteriën of schimmels binnenkrijgt.
De term ‘natuurlijke paardenvoeding’ wordt te pas en te onpas gebruikt. Ons advies is om je vooraf goed te laten informeren of het product wel echt zo ‘natuurlijk’ is als je denkt. En vraag je daarbij af of het werkelijk zo belangrijk is dat er geen functionele nutriënten worden toegevoegd ten behoeve van de gezondheid van je paard. Eet jij zelf bijvoorbeeld 100% biologisch-dynamisch en neem je nooit een vitaminepil?
Advies over paardenvoer en producten vergelijken
Men zegt vaak dat alleen onafhankelijke deskundigen goed advies kunnen geven, maar dat is niet zo gemakkelijk als het lijkt. Voeding is complexe materie en er bestaat geen speciale opleiding voor. De meeste voedingsdeskundigen in Nederland en België zijn in dienst van een producent of brengen zelf een merk op de markt. En dat is niet erg, omdat ze dagelijks met voeding bezig zijn, zijn ze erg kundig. Aarzel dus niet om contact op te nemen en te vragen om advies. Je ontvangt niet slechts een voorstel voor een product, maar er wordt uitgelegd wat jouw paard in de ogen van de deskundige nodig heeft, waarom dat zo is en welk voer daar het beste bij past.
Op Voervergelijk kun je alle producten die in Nederland verkrijgbaar zijn met elkaar vergelijken. Maar wees alert, want sommige producenten geven geen openheid van zaken over de complete samenstelling van het voer. Dan is het meestal niet helemaal pluis.
Heb je vragen over welke voeding jouw paard nodig heeft of welke producten voor jouw paard het meest geschikt zijn, neem dan contact op met Pavo VoerAdvies.
Voeding en gezondheid
Muesli voor paarden: de voor- en nadelen
Muesli voor paarden, zijn er werkelijk voordelen? Waarin verschilt muesli van brokken? Wat als je muesli zonder suiker zoekt, kan dat wel? Een veelgemaakte denkfout is dat veel mensen maar een klein handje durven te geven vanwege overgewicht, maar dat is geen volwaardige aanvulling. Daarnaast zijn sommige bang dat muesli geen volwaardig paardenvoer zou zijn, zoals een brok, en het dus niet op zichzelf gevoerd kan worden. Ook niet waar!
Wat is paardenmuesli?
Muesli voor paarden bestaat uit een mix van grondstoffen, die niet tot een brokje worden geperst maar die door elkaar worden geroerd in een enorme mixer. Het is je vast weleens opgevallen dat je de losse grondstoffen nog kunt zien zitten. Welke grondstoffen dit precies zijn, verschilt per muesli, maar vaak is gehakselde luzerne een basisgrondstof die structuur geeft. Soms is er gedroogd timotheegras toegevoegd. Andere grondstoffen zijn - al dan niet bewerkte - granen, soms gepoft voor betere opneembaarheid. Verder zie je vaak spelt, appelpulp, sojabonen of -vlokken en/of lijnzaad. Een producent kan ook wortelschijfjes of erwtenvlokken toevoegen, vooral om wat kleur en variatie aan te brengen.
Daarnaast bevatten de meeste muesli’s voor paarden kleine vitaminen- en mineralenbrokjes om het tot een volwaardig voer te maken. Tegenwoordig zijn er ook volledig graanloze muesli’s verkrijgbaar. Een voorbeeld daarvan zijn Pavo Care4Life en Pavo EasyMix. Let bij het kiezen van een muesli vooral goed op de werkelijke samenstelling en gehaltes. Sommige producten bevatten echt gezonde kruiden voor je paard, andere producten ruiken alleen naar kruiden. En dat laatste is vooral lekker voor jou als eigenaar, maar daar heeft je paard niet zoveel aan.
Paardenmuesli zonder suiker
Heeft je paard eigenlijk geen extra energie nodig naast zijn ruwvoer, maar wil je toch iets geven? Dan kun je op zoek gaan naar een muesli met een laag suikergehalte. Vanwege de vele discussies op het internet zijn sommige paardeneigenaren bang geworden voor suiker, maar dit vraagt wel enige nuancering. Teveel suiker is slecht voor iedereen, voor mensen net zo goed als voor paarden. Maar suikers zijn ook een energiebron, die in het lichaam snel energie beschikbaar kunnen maken. 100% suikervrij voeren is niet gezond en ook niet mogelijk. Gras en hooi (gras in gedroogde vorm) kunnen bijvoorbeeld in suikergehalte variëren van 6 - 25%, afhankelijk van de tijd van het jaar, de mate van bemesting en temperatuur. Zelfs binnen 24 uur kan het suikergehalte in gras enorm fluctueren.
Pavo muesli
Pavo heeft een aantal volwaardige paardenmuesli’s met een laag suikergehalte: bijvoorbeeld de graanloze Pavo EasyMix (8% suiker én zetmeel) en kruidenblend Pavo Care4Life (8,2% suiker én zetmeel) en de havervrije Pavo Nature’s Best (20,7% suiker én zetmeel). Pavo DailyPlus (5,8% suiker én zetmeel) is een structuurrijke ruwvoermix met een laag suiker- en zetmeelgehalte dat ongeveer gelijk is aan het gemiddelde hooi. Deze laatste mix heeft geen toegevoegde vitamines en mineralen en is dus echt een (ruwvoer)aanvulling.
Hoeveel muesli moet ik mijn paard geven?
Een denkfout die paardeneigenaren regelmatig maken, is dat ze hun paard maar een klein handje muesli geven, omdat het paard niet te dik mag worden, en dan het idee hebben dat het paard alles binnenkrijgt wat het nodig heeft. Maar met slechts een klein handje geef je je paard geen volwaardige vitaminen- en mineralenaanvulling op zijn rantsoen. Ben je op zoek naar voer met nog lagere suiker- en zetmeelgehaltes? Dan kun je beter geen muesli geven, maar een balancer. Een balancer is speciaal bedoeld om een ruwvoerrantsoen in balans te brengen door de dagelijkse behoefte aan vitaminen en mineralen aan te vullen. Pavo Vital is een voorbeeld van een vitamine- en mineralenbalancer. Deze bevat maar 4,7% suiker én zetmeel en je hoeft er maar 100 gram van te voeren. Zeer geschikt voor paarden die snel dik worden en weinig of helemaal geen krachtvoer krijgen!
Is paardenmuesli hetzelfde als muesli voor mensen?
Op discussieforums voor paardenmensen komt de vraag wel eens voorbij ‘Mag ik mueslirepen voor mijn paard maken van muesli die voor mensen is bedoeld?’. Het antwoord is NEE, dat is niet verstandig. Muesli voor mensen bevat stoffen die niet goed zijn voor de gevoelige spijsvertering van paarden. Natuurlijk maakt het verschil of je biologische naturel muesli eet, of een variant met alles erop en eraan. Maar doorgaans bevat muesli voor mensen veel suiker, bijvoorbeeld 100 gram Fruitmuesli van Euroshopper bevat 61 gram suiker. Daarnaast zitten er slecht verteerbare granen in en conserveringsmiddelen die we niet in paardenvoeding gebruiken. Je paard zal echt niet omvallen van één reep maar het is beslist geen paardenvoer. De lijnzaad uit de supermarkt kun je eventueel wel gewoon aan je paard geven.
Het verschil tussen muesli en brok
Paardenmuesli en -brokken van gerenommeerde merken doen in kwaliteit niet voor elkaar onder. Beide zijn volwaardige voeders wat betekent dat ze voldoende vitaminen en mineralen bevatten om je paard in zijn behoefte te voorzien. Er zijn echter een aantal verschillen en beide hebben voor- en nadelen. De keuze is aan jou.
Brokken zijn vaak wat voordeliger dan muesli’s. Het soortelijk gewicht van brokken is ook anders dan dat van muesli. Een voerschep brokken weegt ca.1,2 kg., terwijl een voerschep muesli ca. 0,8 kg bevat. Hierdoor is er minder opslagruimte nodig voor brokken. Vooral belangrijk voor grotere stallen.
Muesli heeft als allergrootste voordeel de hoeveelheid structuur die erin zit, natuurlijk afhankelijk van de samenstelling. Meer structuur is niet alleen beter voor de darmen, maar je paard moet ook goed kauwen op muesli, waardoor hij meer speeksel produceert (muesli ca. 900 kauwbewegingen per kg t.o.v. ca. 600 kauwbewegingen per kg brok). Daarnaast kun je zien wat je voert, omdat alle grondstoffen zichtbaar zijn. Veel paarden geven de voorkeur aan muesli, door de diversiteit in smaak van de verschillende grondstoffen.
Voeding en gezondheid
Insulinedysregulatie bij je paard
Net als bij mensen is overgewicht bij paarden niet gezond. Steeds meer paarden in Nederland zijn te dik en dan wordt het risico op aandoeningen, zoals insulinedysregulatie groter. Wat is insulinedysregulatie precies, hoe ontstaat het en hoe kun je een paard die het heeft het beste helpen? Linda van den Wollenberg, internist voor paarden bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD), legt het uit.
Wat is het verschil tussen insulineresistentie en insulinedysregulatie?
In de volksmond was de term 'insulinedysregulatie' tot nu toe beter bekend als 'insulineresistentie' bij paarden. Deze twee termen worden tegenwoordig een beetje door elkaar heen gebruikt, maar in de praktijk bedoelen we er vaak hetzelfde mee. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan naar aandoeningen die te maken hebben met de suiker- en energiehuishouding van paarden, zodat we precies weten wat er in het paardenlichaam gebeurt en nog belangrijker: wat we kunnen doen om het op te lossen als er iets misgaat. Naar aanleiding hiervan blijkt insulinedysregulatie een betere term te zijn, aangezien er eerder sprake is van een onbalans tussen bloedconcentraties (onjuiste regulatie) dan dat paarden bestand zijn tegen insuline (resistent). In principe is insulineresistentie één van de mogelijke symptomen van insulinedysregulatie.
Wat is insuline?
Via voeding krijgt een paard verschillende voedingsstoffen binnen, waaronder suiker en zetmeel. Dit zit niet alleen in krachtvoer, maar ook in gras, kuil en hooi. In het maag-darmkanaal van een paard wordt dit omgezet tot glucose dat wordt opgenomen in het bloed. Het lichaam moet vervolgens een signaaltje krijgen dat de glucose moet worden opgenomen in bijvoorbeeld de spiercellen, die het vervolgens als (broodnodige!) brandstof kunnen gebruiken. Dit seintje wordt gegeven door het hormoon insuline, dat in de alvleesklier wordt aangemaakt.
Wat gaat er mis in geval van insulinedysregulatie?
Bij insulinedyregulatie kan het zo zijn dat de lichaamscellen niet goed meer reageren op het seintje van insuline om glucose op te nemen in de cellen. De alvleesklier gaat dan vervolgens steeds meer insuline produceren om hetzelfde effect te krijgen. Anderzijds kan het ook zo zijn dat de alvleesklier ‘overdreven’ reageert op de opname van suikers en zetmeel uit het rantsoen en als reactie onnodig veel insuline aanmaakt. Hoe het ook zij: bij insulinedysregulatie gaat het mis in dit regelmechanisme en is er sprake van (afwisselend) te hoge insulineconcentraties in het bloed.
Paard met insulinedysregulatie: de risico’s
Linda van den Wollenberg (GD): “Insulinedysregulatie bij paarden wordt in verband gebracht met verschillende gezondheidsproblemen. Eén van de ergste aandoeningen die kan ontstaan als gevolg van insulinedyregulatie is hoefbevangenheid. Om erachter te komen of je paard last heeft van insulinedysregulatie, kun je via je dierenarts een bloedonderzoek laten doen. Aan de buitenkant is het namelijk niet te zien.”
Is insulinedysregulatie rasgebonden?
Het is niets nieuws dat paarden die meer energie binnenkrijgen dan ze verbruiken dik worden. Linda: “Uit onderzoek weten we dat paarden met overgewicht veel vaker insulinedysregulatie hebben, maar niet alle (te) dikke paarden blijken dit probleem te hebben. Het komt overigens ook voor dat paarden met een gezond gewicht insulinedysregulatie hebben, zij het dus wel veel minder vaak. Ook is er een duidelijke relatie tussen insulinedysregulatie en bepaalde rassen. Met name Welsh-pony’s, IJslanders, Shetlanders, Lusitano’s, Andalusiërs en andere zogenaamde ‘easy-keeper rassen’ blijken er erg gevoelig voor. Erfelijkheid speelt dus ook een rol. Dikke paarden en ‘easy-keeper’ rassen lopen dus bij een dieet met (plotseling) grote hoeveelheden voedingssuikers een groter risico om hoefbevangenheid te ontwikkelen. Het is dan ook nuttig om je paard te laten testen als hij in een risicogroep valt, want bij deze dieren is het nog belangrijker als eigenaar op te passen met (grote hoeveelheden) suikerrijke voeding. ”
Testen op insulinedysregulatie bij paarden
Linda: “Voor zowel paarden met overgewicht als rassen met een verhoogd risico is het dus van toegevoegde waarde ze te testen op insulinedysregulatie. Zo kan namelijk objectief in beeld gebracht worden of ze inderdaad een verhoogd risico op hoefbevangenheid lopen. Onderzoeken of er sprake is van insulinedysregulatie bij jouw paard of pony kan met een test van de GD (→ de OST test = orale suiker test). Voor de OST-test wordt er een glucosesiroop ‘ingegeven’ aan het paard, waarna bloed geprikt wordt om de respons van insuline en glucose hierop te meten. Daarnaast wordt ter controle ook glucose gemeten. De procedure is veilig en vrij eenvoudig, dus dat hoeft voor geen enkel paard een probleem te zijn. Vraag hiernaar bij jouw dierenarts, hij of zij kan dit voor je regelen.”
Voorzorgsmaatregelen bij insulinedysregulatie
Als door middel van testen de diagnose insulinedysregulatie bij een paard wordt gesteld, is de noodzaak om voorzorgsmaatregelen te nemen om hoefbevangenheid te voorkomen duidelijk (en de motivatie dit consequent te doen waarschijnlijk ook beter op te brengen!). Daarnaast is het zelfs mogelijk om de insulinedysregulatie weer kwijt te raken op langere termijn, door het aanpassen van management, voeding en beweging. Gebruik hiervoor onderstaande tips van onze voedingsdeskundige Veerle Vandendriessche.
Weidegang beperken
Wil je insulinedysregulatie voorkomen of bestrijden? Zorg dan dat je paard niet teveel suiker binnenkrijgt en niet te dik wordt. Het is niet genoeg om daarbij alleen naar het krachtvoer te kijken. Gras is namelijk een grote bron van suikers. Weidegang is natuurlijk fantastisch voor een paard, maar er worden veel fouten mee gemaakt. Zo wordt vaak gedacht dat kale landjes beter zijn, maar dat klopt niet. Kort gras is ‘gestresst’ gras dat hard wil groeien. Daarbij wordt extra fructaan aangemaakt, een suikersoort waar paarden gevoelig voor zijn. Het is extra riskant in het voor- en najaar, als de nachten koud zijn. Door de kou stopt de stofwisseling in de plant namelijk waardoor gedurende de nacht het fructaan niet afneemt en komt in de loop van de dag – als de zon weer volop schijnt - snel weer op gang, met extra suikerproductie. Een tip is om paarden met insulinedysregulatie dan pas later op de dag (in de namiddag of vroege avond) een paar uurtjes op de wei te zetten, het liefst met weinig gras. Kies bijvoorbeeld voor stripbegrazing of zet je paard (een deel van de dag) in een zandpaddock met hooi. Een graasmasker is ook een optie.
Ruwvoer laten testen
Je paard eet iedere dag kilo’s ruwvoer (hooi en kuil). Hier zit ook suiker in, maar hoeveel? Dat kun je aan de buitenkant niet zien. Het is dus ook niet zo dat nat kuil of grof hooi beter voor een paard is, je weet het pas zeker als je het ruwvoer hebt laten testen. Geef een paard nooit uit voorzorg minder ruwvoer, want ze hebben het gewoon nodig. Een paard eet in de natuur de hele dag, daar zijn ze op gebouwd. Met de Pavo Ruwvoer Quickscan kun je je ruwvoer laten testen op suiker, energie en eiwit.
Paardenvoer met zo min mogelijk suiker
Een paard met insulinedysregulatie kun je het beste paardenvoer met beperkte hoeveelheden suiker, zetmeel en melasse geven. Voer niet teveel krachtvoer en geef als het kan alleen een compleet vitaminen- mineralensupplement, zoals Pavo Vital of Pavo DailyFit koeken. Je kunt ook kiezen voor Pavo SpeediBeet als suikerarme toevoeging. Dit is een ruwvoerproduct van ontsuikerde bietenpulp vol met gezonde vezels en een suikergehalte van slechts 8%. Pavo SpeediBeet bevat helemaal geen zetmeel. Als je wél krachtvoer moet bijvoeren, omdat je paard meer energie nodig heeft, voer dan bij voorkeur een voer met een laag suiker- zetmeelgehalte, zoals Pavo Care4Life en verdeel de porties over meerdere maaltijden per dag. Pavo Care4Life is een graanvrije kruidenmuesli met een hoog gehalte aan vitaminen, mineralen en kruiden dat zeer geschikt is voor paarden met aanleg voor insulinedysregulatie. Meng het krachtvoer met een ruwvoermix, zoals Pavo DailyPlus, om de kauwtijd te verlengen. Lees hier meer over paardenvoer zonder suiker.
Voldoende beweging
Naast het aanpassen van je voeding en weidemanagement, kun je insulinedysregulatie het beste bestrijden in combinatie met voldoende beweging (duurtraining) in de vorm van stappen, draven en evt. handgalop. Bouw dit goed op, zodat je paard rustig went om langere afstanden te lopen. Korte explosieve inspanning is niet de geschikte training voor paarden die te dik zijn. Juist met duurtraining en regelmatig werken verbrandt een paard het meeste vet!
Bewezen succes: Pavo InShape Program herstelt insulinedysregulatie
Het Pavo InShape Program is een compleet afvalprogramma voor paarden dat bestaat uit drie pijlers: management, voeding en beweging. Het succes van een slanker, fitter en gezonder paard, zit hem namelijk in de combinatie van deze drie onderdelen. Ter voorbereiding op het Pavo InShape Program heeft Pavo – samen met een aantal onderzoekspartners, waaronder de Gezondheidsdienst voor Dieren – aan twee langdurige veldstudies meegewerkt waarbij paarden met overgewicht werden begeleid om op een gezonde manier gewicht te verliezen.
Een belangrijk gegeven was dat van de in totaal 50 onderzochte paarden, er 16 insulinedysregulatie hadden bij aanvang van de proef. Nadat hun eigenaren het management, de voeding en beweging hadden aangepast volgens de richtlijnen van het Pavo InShape Program, was het resultaat na 6 maanden verbluffend: van de 16 paarden met insulinedysregulatie hadden er maar liefst 9 weer een normaal suiker metabolisme en waren er 2 sterk verbeterd! Vooral de daling in Body Condition Score, oftewel een daling in het onderhuidse vetpercentage, bleek gerelateerd aan deze verbetering. Een super uitkomst!
Download hier gratis het Pavo InShape Program!
Voeding en gezondheid
Krijgt mijn paard genoeg vitaminen en mineralen?
Een gezond rantsoen voor een paard bestaat uit ruwvoer, wat je naar behoefte aanvult met krachtvoer. Alleen is de hoeveelheid vitaminen, mineralen én sporenelementen die een paard hiermee binnenkrijgt vaak niet voldoende. Maar hoe weet je nu of jouw paard tekorten heeft?
Je kunt helaas niet altijd aan de buitenkant zien of je paard wel genoeg vitaminen- en mineralen binnenkrijgt en dat maakt het heel erg lastig. Zelfs in een bloedonderzoek is een tekort moeilijk aan te tonen, omdat het maar een momentopname is en omdat tekorten ook niet altijd zichtbaar zijn in het bloed. Van sommige paarden is bijvoorbeeld bekend dat ze zand of mest gaan eten als ze behoefte hebben aan aanvulling, maar ook dat is lang niet altijd het geval. Daarom hebben wij drie situaties opgesteld, waaraan je kunt afleiden of je paard of pony een aanvulling nodig heeft.
1. Vitamine voor een paard met alleen ruwvoer en/of weidegang
Aan de buitenkant kun je niet zien hoeveel vitaminen en mineralen er in jouw hooi of voordroog zit, ook al ruikt het nog zo lekker of is de kleur mooi; dit zegt niets over de kwaliteit. Uit jarenlang ruwvoeronderzoek blijkt dat de gehalten aan vitaminen, mineralen en sporenelementen de afgelopen jaren steeds verder afnemen. Met andere woorden, in ruwvoer alleen zitten dus niet voldoende voedingsstoffen om in de benodigde dagelijkse hoeveelheid van je paard te voldoen. Aanvulling met een dagelijkse balancer, zoals Pavo Vital, is dan de oplossing.
2. Genoeg vitamine voor een paard dat weinig krachtvoer krijgt
Als je je paard 1,5 á 2 kilo krachtvoer per dag geeft, dek je de vitaminen- en mineralenbehoefte normaal gesproken voldoende af. Voor een pony (300 kilo) geldt dit bij 0,75 kilo krachtvoer per dag. Onder krachtvoer vallen brokken, zoals Pavo Condition en muesli’s, zoals Pavo Nature’s Best en Pavo 18Plus. Voer je minder dan 1,5 kilo aan je paard en/of minder dan 0,75 kilo per dag aan je pony? Dan is aanvulling van vitaminen, mineralen en sporenelementen aan te raden.
3. Vitamine tekort? Dat kan leiden tot vage gezondheidsklachten
Als er sprake is van een vitaminen- en mineralentekort gaat het lichaam van je paard als eerste besparen op de onderdelen die niet perse noodzakelijk zijn om te overleven, zoals de kwaliteit van de vacht en hoeven. Enkele aanwijzingen van een tekort kunnen zijn als je paard of pony last heeft van brokkelhoeven, zijn vacht dof is, moeite heeft met verharen of stijve spieren heeft. Als je paard slechte hoeven heeft kan het helpen om hem biotine bij te voeren, dat ondersteunt de vacht en hoeven.
Ook bij herstel na ziekte of een periode van verminderde weerstand, kan het verstandig zijn om je paard iets extra’s te geven. Door dagelijks een zogenaamde ‘balancer’ te voeren, zorg je dat het lichaam van je paard goed kan functioneren. Zo weet je altijd dat zijn vitamine niveau op pijl is.
Voeding en gezondheid
Paardenziektes in alle soorten en maten
Paardenziektes en aandoeningen zijn er in veel verschillende soorten en maten. Veel te veel om ze allemaal op te noemen. Er bestaat ook geen lijst waar alle ziektes die paarden kunnen krijgen op genoemd staan. Daarom richten we ons in dit artikel op de meest voorkomende.
Verschillende soorten paardenziektes
Grofweg kun je een indeling maken van verschillende delen van het paardenlichaam waar iets mis mee kan zijn of waar symptomen of klachten zich kunnen uiten. Let wel, in deze indeling kun je niet zien of de oorzaak een infectieziekte of een erfelijke aandoening is.
Bewegingstelsel
Botten
Spieren
Pezen en banden
Gewrichten
Hoeven
Spijsverteringstelsel (inclusief voedingsgerelateerde hormonen)
Gebit
Slokdarm
Maag
Darmen
Lever
Nieren
Luchtwegen en huid
Luchtpijp en longen
Huid
Hart & bloedsomloop
Hart
Bloed
Bloedvaten
Zenuwstelsel
Hersenen
Ruggenmerg
Zenuwen
Paardenziektes gerelateerd aan de spijsvertering
Als we inzoomen op voeding gerelateerde paardenziektes, dan hebben we hier de meest voorkomende op een rijtje gezet. Let op: bij al deze ziektes en aandoeningen is het belangrijk dat je eerst je dierenarts belt!
Slokdarmverstopping: dit is een ophoping van voedsel in de slokdarm, waardoor het voedsel dat richting de maag getransporteerd wordt, stagneert.
Maagzweer: een maagzweer is een pijnlijke beschadiging van de maagwand door een verstoorde maagzuurhuishouding of wormeninfectie.
Koliek: koliek is een verzamelnaam voor buikpijn en kent verschillende vormen: gaskoliek, krampkoliek, verstoppingskoliek, zandkoliek en koliek door verdraaiing van (een deel van) de darmen
Diarree of slappe mest: diarree is mest waar het vocht niet is uitgehaald omdat het te snel door het spijsverteringskanaal is gegaan
Hoefbevangenheid: hoefbevangenheid is een zeer pijnlijke ontsteking tussen de hoefwand en het hoefbeen. Dit kan vele verschillende oorzaken hebben, meestal stofwisselingsproblemen
Insulineresistentie en EMS: insulineresistentie is een stofwisselingsstoornis waarbij de insulinereceptoren pas heel laat reageren op insuline. Hierdoor wordt glucose in het bloed niet of minder goed opgenomen in de spieren en moet op een andere manier verwerkt worden. Bij EMS (Equine Metabolic Syndrome) is niet alleen de suikerstofwisseling verstoord maar ook de vetstofwisseling.
Allergie of intolerantie: dit is een nog redelijk onbekend gebied, maar het lijkt erop dat sommige paarden allergisch kunnen reageren op gluten of granen. Het is erg moeilijk om aan te tonen.
Wat kun je zelf doen om je paard gezond te houden?
Een gezond spijsverteringskanaal kan een hoop (voeding gerelateerde) problemen voorkomen. Hieronder vind je een aantal tips die je kunnen helpen om het spijsverteringsstelsel van je paard gezond te houden.
Geef altijd eerst ruwvoer voor de krachtvoermaaltijd. Hierdoor blijft de zuurgraad in de maag stabiel en gaat het krachtvoer niet te snel door de dunne darm heen. Je kunt je krachtvoer ook mengen met Pavo SpeediBeet, hiermee voeg je vocht en vezels toe aan je krachtvoer waardoor het veel beter wordt verteerd en opgenomen.
Zorg voor het gebit van je paard. Goed kunnen kauwen is heel belangrijk voor de aanmaak van speeksel en voorkomen dat de maag te zuur wordt. Extra kauwen kun je tevens stimuleren door Pavo DailyPlus door je krachtvoer heen te doen. Mocht normaal ruwvoer moeilijk te eten zijn voor je paard bijvoorbeeld door ouderdom of gebitsklachten dan kan Pavo FibreNuggets een oplossing bieden. Deze makkelijk te eten grasbrokken worden eerst geweekt in water en bevatten in tegenstelling tot normaal ruwvoer een constante samenstelling.
Geef krachtvoer - als je paard dat nodig heeft - verdeeld over meerdere kleine porties per dag. Dit is niet alleen beter voor de maag en darmen, je beperkt hiermee ook grote fluctuaties in de glucosespiegel en daarmee ook de insulinespiegel.
Zorg bij gevoelige paarden dat je voer geeft dat extra bescherming biedt aan de organen van het spijsverteringsstelsel. Pavo Ease&Excel is hier speciaal voor ontwikkeld.
Voorkom plotselinge overgangen in de dagelijkse voeding. Zet je paard niet van het ene op het andere moment op gras. Maak de overgang naar een nieuwe partij ruwvoer geleidelijk en introduceer nieuw krachtvoer ook langzaam in het rantsoen.
Voeradvies bij paardenziektes
De missie van Pavo is om een bijdrage te leveren aan de gezondheid van jouw paard. Daarvoor ontwikkelen we niet alleen goed paardenvoer, maar delen we ook onze kennis. Heb je een vraag over een voedingsgerelateerde aandoening bij je paard? Bespreek ze dan met de deskundigen van het Pavo VoerAdvies team. Wij helpen je graag verder!
Voeding en gezondheid
Fructaanindex helpt bij bewuste weidegang
In het voorjaar breekt het weideseizoen weer aan. En hoewel gras voor een paard een natuurlijke voedingsbron is, brengt de overgang van stal naar weide wel wat risico’s met zich mee. Eén van deze risico’s is de hoeveelheid fructaan in het gras.
De fructaanindex
De fructaanindex van Hoefnatuurlijk (zie onderaan deze pagina) is een tool die het fructaangehalte op basis van de actuele weersinformatie samenstelt. Uiteraard is het daadwerkelijke fructaangehalte in het gras van veel meer factoren afhankelijk (soort gras, bemesting, bezetting van de weide etc.) maar als je je bewust bent van de schommelingen, kan dit je wel helpen bij het management van de weidegang van je paard.
Wanneer is het fructaangehalte hoog?
In de zon maakt een grasplant fructaan aan, wat hij gebruikt om te groeien. Hoe meer warmte en zonlicht er is, hoe meer fructaan er ook weer verbruikt wordt. Bij lage nachttemperaturen groeit de plant niet tot nauwelijks tijdens de nacht en wordt deze fructaan niet verbruikt, waardoor het fructaangehalte in het gras veel minder daalt dan wanneer het een zachte nacht is. De volgende ochtend begin je dus al met een hoger fructaan in het gras (accumulatie van het fructaan). Als het paard dit (vaak korte) gras eet, schiet zijn suikerspiegel omhoog, komen er meer suikers in de dikke darm terecht en ligt hoefbevangenheid op de loer. Dit is met name een risico voor paarden en pony’s die erg gevoelig zijn voor hoefbevangenheid. Gevaarlijke momenten zijn daarom erg zonnige dagen die volgen op erg koude nachten (nachtvorst). Dan is het verstandigst je paard of pony pas heel laat op de avond en gedurende de nacht op de weide te zetten (na 21:00 uur). De productie van fructanen door de plant vindt plaats onder invloed van zonlicht, dus op bewolkte dagen (of in schaduwrijke plekken van het weiland) wordt er minder fructaan in het gras gevormd, en groeit het gras dus ook minder snel.
Ook na een periode van droogte kan het gras gevaarlijk voor je paard zijn. Doordat het gras door droogte geen kans heeft gehad om te groeien, stijgt het fructaan naar de graspunten. Een regenbui zorgt ervoor dat het gras wel weer kan gaan groeien, bij paarden die gevoelig zijn voor suiker kan dit problemen veroorzaken.
Advies weidegang
Tijdens het voorjaar moeten we voorkomen dat het paard in één keer een te grote hoeveelheid fructaan binnenkrijgt, ongeacht of ons paard gevoelig is voor hoefbevangenheid of niet. Zelfs de meest stabiele bacteriepopulaties van het spijsverteringsstelsel worden in een bepaalde mate beïnvloed door overbelasting van fructaan, maar zijn in staat de effecten te verminderen. Gelukkig is het management voor alle paarden hetzelfde: voorzichtig omschakelen en het lichaam (lees: bacteriekolonies) de tijd geven zich aan te passen.
Introduceer je paard op de weide op die momenten dat het fructaan nog niet te hard gestegen is onder invloed van het zonlicht (vroege ochtend tot 10:00 uur, met uitzondering van nachtvorstperiodes) of wanneer een groot deel van het fructaan dat die dag geproduceerd is alweer opgebruikt is door het grasplantje (na 21:00 uur).
Beperk de grasinname. Dat kan door het gebruik van een muilkorf, de oppervlakte van het grasland te beperken door een stukje af te zetten of de tijdsduur van de weidegang langzaam op te bouwen.
Voer voordat je paard de wei op gaat een alternatieve suikerarme ruwvoerbron, zoals Pavo SpeediBeet. Dit ondersteunt het behoud van de fermentatiepatronen. Een lekkere natte mix, vlak voordat je je paard in de wei zet, zorgt er ook voor dat je paard een vol gevoel heeft waardoor hij zich in de eerste uren minder op het gras ‘stort’.
Bouw je winterrantsoen af en stel een zomerrantsoen samen naast gras. In de praktijk betekent dit vaak dat het zetmeelrijke krachtvoer dat je in de winter voert, vervangen kan worden door zetmeelarm krachtvoer, zoals bijvoorbeeld Pavo Nature’s Best, of een aanvulling van alleen vitaminen, mineralen en sporenelementen, zoals Pavo Vital (brokjes) of Pavo DailyFit (koeken).
De actuele fructaanindex
Hieronder zie je de actuele fructaanindex, zoals Hoefnatuurlijk deze gebruikt. De kaart geeft per plaats een indicatie van de mogelijke hoeveelheid fructaan in het gras. De risicovoorspelling (laag, gematigd, hoog en zeer hoog) wordt gemaakt op basis van de temperatuur en de hoeveelheid zon.
Let op: hierbij wordt dus geen rekening gehouden met overige factoren, zoals het soort gras, de bemesting, hoeveelheid zon en schaduw in de weide etc., waardoor het lastig is om een betrouwbare voorspelling te maken. Ons advies is dan ook om vooral je gezonde verstand te gebruiken en met bovenstaande tips de weidegang van je paard te managen.
Voeding en training
Hoe kun je een sloom paard actiever maken?
Is jouw paard sloom en wil je hem graag wat actiever en ‘heter’ maken? Een groot deel zit in het karakter van je paard, maar met behulp van de juiste training en voeding kan je het in ieder geval proberen!
Flegmatiek paard actiever maken
Heb jij een flegmatiek paard? Oftewel een paard dat ontzettend braaf en goedaardig is, maar ook erg rustig en soms liever lui dan moe is? Dit is echt het karakter van het paard en kun je met geen enkel voer oplossen. Misschien dat je heel iets verschil merkt als je producten met snelle energie, zoals Pavo Triple P, gaat bijvoeren, maar vaak is het eerder dat je paard aankomt dan dat hij er heter en looplustiger van wordt. Bij dit soort paarden helpt afwisseling in het werk, zoals veel overgangen rijden en lekker het bos in voor wat draf en galopwerk vaak meer dan ander voer. Een paard houdt van regelmaat, maar elke dag hetzelfde doen kan saai worden. Afwisseling in werk kan dus ook een oplossing zijn!
Paard heter maken, maar niet dikker
Is je paard van zichzelf niet lui, maar wel snel dik en wil je hem toch looplustiger hebben, dan is het goed te kijken naar wat voor soort energie je hem geeft. Ruwvoer blijft natuurlijk altijd de belangrijkste basis. Wat betreft krachtvoer kun je kiezen uit muesli of brokken met meer koolhydraten (suiker en zetmeel) als snelle energiebron of voer met een hoger vetpercentage voor langwerkende, langzaam vrijkomende energie. Juist die eerste is geschikt om paarden wat feller te maken. Koolhydraten worden namelijk als eerste verteerd: al in de maag en dunne darm. Hierdoor komt het ook snel beschikbaar. Dit wordt ook wel ‘snelle’ energie genoemd. Pavo Triple P is een echte ‘powermuesli’ die zorgt voor direct merkbare energie en explosieve kracht.
Koolhydraten worden ook als eerste weer verbrand. Het extra geven van koolhydraatrijk krachtvoer hoeft dus geen dikker paard op te leveren. Voorwaarde is wel dat de energie ook daadwerkelijk verbrand wordt door te werken met het paard! Dus heet of teveel voeren, maar niet hard werken zal anders ook weer resulteren in een dikker paard. Werk en binnenkomende energie moeten wel in verhouding blijven staan.
Overgewicht maakt je paard ook sloom
Een paard dat eigenlijk al te dik is, kan ook niet meer heel voorwaarts zijn, omdat het dan simpelweg moeilijk is om te bewegen. Belangrijk is dan dat je je paard eerst laat afvallen. Van een gezond gewicht is sprake als je de ribben net niet kunt zien, maar wel makkelijk kunt voelen. Om precies te beoordelen of je paard te dik, te dun of precies goed is, kun je een Body Condition Score bij je paard uitvoeren. Met deze methode beoordeel je op verschillende plekken op het lichaam de hoeveelheid onderhuids vet. Eenmaal op het juiste gewicht blijken veel paarden en pony’s dan al uit zichzelf meer voorwaarts en soepeler. Het is alleen even door de zure appel heen bijten in de periode van afvallen, want dan moeten ze werken op minder krachtvoer en zullen ze ook slomer zijn.
Moeite met afvallen? Het Pavo InShape Program helpt je!
Samen met o.a. de Gezondheidsdienst voor Dieren en twee sportfysiologen (Dr. Carolien Munsters en Irene Tosi) heeft Pavo een compleet afvalprogramma voor paarden ontwikkeld: het Pavo InShape Program. Dit programma helpt je vanuit drie pijlers: management, voeding en training, naar een gezonder en fitter paard. Download hier gratis het Pavo InShape Program en start vandaag nog!
Oorzaak lusteloos en futloos paard
Als je paard ineens snel ‘leeg’ is en lusteloos en futloos aanvoelt, kan dat ook komen door een elektrolytentekort. Bij het zweten verliest een paard naast vocht ook lichaamszouten, die ook wel elektrolyten worden genoemd. Een tekort hieraan zorgt ervoor dat het uithoudingsvermogen van je paard achteruitgaat, waardoor hij sloop en lusteloos wordt. Het vocht vult een paard zelf aan door te drinken, maar de verloren lichaamszouten, zul jij als eigenaar moeten bijvoeren. Lees hier meer over hoeveel zout paarden verliezen en wanneer je dit moet aanvullen.
Een zoutblok of liksteen kan ook zout aanvullen, al is gebleken dat de opname van het zout hiervan erg varieert. Het geven van een elektrolytensupplement speciaal voor paarden, zoals Pavo E’lyte of Pavo ReHydrate, is dan een betere oplossing. Deze voedingssupplementen bevatten niet alleen natriumchloride (zout), maar ook andere lichaamszouten die je paard door het zweten verliest. Pavo E'lyte is een elektrolytensupplement en Pavo ReHydrate is een sportdrank met elektrolyten én glucose, wat ervoor zorgt dat je paard snel herstelt na een zware training of wedstrijd.
Lees hier meer over de verschillen tussen Pavo E'lyte en Pavo Rehydrate.
Conditie en uithoudingsvermogen verbeteren
Sommige paarden beginnen wel actief, maar zijn snel moe waardoor ze traag worden. Bij deze paarden is het vooral belangrijk om aan hun conditie te werken. Maak de training intensiever of maak langere ritten in bijvoorbeeld het bos. Veel van het werk in de bak gaat om soepel maken, rechtrichten en spieren versterken, maar weinig werk is erop gericht om de conditie te verbeteren. Langer of intensiever werk helpt dan om het uithoudingsvermogen te verbeteren. Mocht je ergens een hartslagmeter kunnen regelen of lenen is dat een leuke manier om te kijken hoe inspannend het werk eigenlijk voor je paard is; en dus ook hoeveel meer hij moet werken om zijn conditie te verbeteren.
Vitamineboost voor je paard
Een andere oorzaak van een sloom of traag reagerend paard kan ook te maken hebben met een gezondheidsprobleem. Soms is een simpele vitaminekuur al voldoende om een paard een oppepper te geven, bijvoorbeeld tijdens of na het verharen in het voor- en najaar. Het supplement Pavo HealthBoost geeft de gezondheid van je paard echt een opkikker en is heel geschikt om bij - of na een dipje te voeren. Maar er kunnen meer medische redenen zijn, zoals bloedarmoede. Als een normaal gesproken voorwaarts paard ineens sloom en traag wordt, is er misschien meer aan de hand en kan het slim zijn om een dierenarts te raadplegen.
Voeding en training
Wat is het verschil tussen Pavo E’lyte en Pavo E'lyte Liquid?
Pavo E’lyte en Pavo E'lyte Liquid zijn allebei supplementen voor paarden die zweten en/of een zware inspanning moeten leveren. Ze bevatten ook beide elektrolyten – de zouten die paarden bij het zweten verliezen, maar hebben toch allebei een andere functie. In dit artikel leggen we de verschillen aan je uit.
Wat zijn elektrolyten?
Net als wij mensen, verliest een zwetend paard naast vocht ook lichaamszouten, zoals natrium, kalium, chloride, calcium en magnesium. Dit worden ook wel elektrolyten genoemd. Deze stoffen spelen een onmisbare rol in het stabiel houden van de zuurtegraad van het bloed en daarmee alle orgaanfuncties, waaronder ook de spieren. Voor een optimaal functioneren van je paard is het dus belangrijk om verloren lichaamszouten op tijd aan te vullen.
Wist je dat… paarden die gemiddeld zweten (nat onder het dekje en enkele schuimplekken bij de teugels en tussen de achterbenen) al 12-16 theelepels zout verliezen? Lees hier meer over hoeveel zout paarden verliezen bij zweten.
Hoe weet je wanneer je zout moet aanvullen?
Als je zouten niet op tijd aanvult, kan er een tekort ontstaan. Dit kun je merken aan het uithoudingsvermogen van je paard: hij wordt sloom, lusteloos en is niet vooruit te branden. Bij ernstige tekorten bestaat er zelfs een kans op uitdroging en koliek. Merk je dat je paard het werk niet meer goed kan volhouden en sloom is? Grote kans dus dat je zout moet aanvullen. Dat kan met een zoutblok of liksteen, maar beter is het om elektrolyten speciaal voor paarden te geven, zoals Pavo E’lyte of Pavo E'lyte Liquid.
Pavo E’lyte: elektrolyten voor optimaal uithoudingsvermogen
Pavo E’lyte is een volledig elektrolytensupplement gemaakt van kleine brokjes (hagelslagkorrels). Het bevat alle benodigde lichaamszouten (elektrolyten) in de juiste onderlinge verhoudingen. Vooral de verhoudingen zijn belangrijk voor een goede aanvulling en opname!
Geschikt voor: (sport)paarden en –pony’s die zweten, geschikt in elke discipline.
Voeradvies: je kunt Pavo E’lyte geven vóór, tijdens en na het werk. Bij lichte arbeid is 100 gram per dag voldoende. Bij intensieve inspanning, veel zweten en/of erg warm weer kun je dit opvoeren naar 200 gram per dag. Hou voor een pony de helft van de hoeveelheden aan. Tip: meng Pavo E’lyte met slobber of Pavo FibreBeet. Zo eet je paard het gegarandeerd met smaak op en krijgt hij meteen extra vocht binnen. Ook ideaal voor op wedstrijden!
Pavo E’lyte is een complete elektrolytenmix om zouten aan te vullen die bij zweten verloren gaan.
Pavo E'lyte Liquid: sportdrank voor een snel herstel
Pavo E'lyte Liquid is een sportdrank (vloeibaar dus) voor de echte topsporters! Het is een geconcentreerde sportdrank met elektrolyten én glucose, die er samen voor zorgen dat je paard snel herstelt na een zware inspanning. De juiste combinatie van elektrolyten en het hoge aandeel glucose is wat dit product zo uniek maakt. Op deze manier zorgt het namelijk niet alleen voor een direct herstel van de elektrolytenbalans, maar ook voor de aanvulling van energie. Daarnaast wordt bij het opnemen van E'lyte Liquid de natuurlijke dorstprikkel gestimuleerd, waardoor je paard sneller gaat drinken en zo zijn natuurlijke vochtbalans kan herstellen.
Geschikt voor: sportpaarden na zware inspanning en na verlies van veel elektrolyten door hevig zweten. Ook geschikt bij transport en voor paarden die symptomen van uitdroging laten zien. Pavo E'lyte Liquid wordt veel gebruikt bij duursporten, zoals endurance en eventing.
Voeradvies: geef Pavo E'lyte Liquid ná de inspanning, zoals een zware training of wedstrijd. Je kunt het oplossen in drinkwater, mengen met het voer of rechtstreeks in de mond toedienen met een spuit. Heel belangrijk: zorg in alle gevallen dat je paard beschikking heeft over voldoende koel, schoon en vers drinkwater! De dosering is afhankelijk van de manier van voeren en de arbeidsintensiteit. Bekijk hiervoor het voervoorschrift van Pavo E'lyte Liquid.
Pavo E'lyte Liquid is een sportdrank voor echte topsporters, die je geeft ná een zware inspanning om een snel herstel te ondersteunen!
Kan je Pavo E’lyte en Pavo E'lyte Liquid ook combineren?
Absoluut! Als jij fanatiek met je paard aan het sporten bent, duursporten doet en/of regelmatig met de trailer onderweg bent, is de combinatie van Pavo E’lyte en Pavo E'lyte Liquid een hele goede. Zo bied je namelijk de complete sportverzorging: geef Pavo E’lyte voorafgaand aan de arbeid voor maximaal uithoudingsvermogen en meng Pavo E'lyte Liquid naderhand door het drinkwater, met het voer of spuit het direct in de mond voor een snel herstel van elektrolyten, vocht én energie.
Het verschil tussen Pavo E’lyte en Pavo E'lyte Liquid is dus:
Brokjes vs. drank (vloeibaar)
Elektrolyten vs. elektrolyten én glucose
Voorafgaand aan de inspanning vs. na de inspanning
Bekijk de video: wanneer moet ik elektrolyten aanvullen?